Susanne zit aan het ontbijt. Ze heeft rode wangetjes. Ze voelt zich niet lekker. Ze zucht. Ze pakt haar beker met melk om eruit te gaan drinken. Ze vindt het niet lekker. Als ze een slok heeft genomen zet ze de beker snel weer weg. Ze heeft ook buikpijn.
Ze kijkt naar mama. Mama ziet meteen dat er iets is. ‘Wat is er lieverd?’, zegt mama tegen Susanne, ‘Voel je je niet zo lekker?’ Susanne begint te huilen. ‘Het is … Lees verder