Brannie is verdwaald

Katinka, Boris en papa gaan naar het park. Ze komen langs de glijbaan. Mogen we hier even spelen? vraagt Katinka. Dat is goed. Poes! wijst Boris. Poes! Het is Brannie. Ze is met hun meegekomen. Maar Brannie gaat niet van de glijbaan. Brannie speelt in de struiken.

Zullen we weer verdergaan? vraagt papa. Ze gaan helemaal naar de andere kant van het park. En Brannie gaat mee. Dan komt er een meneer met een grote hond. De hond blaft tegen Brannie. Brannie rent heel hard weg. Ze kunnen haar niet meer vinden. Ze zal wel ergens in de struiken zitten, denkt papa.

Als ze al weer een hele tijd thuis zijn, is Brannie er nog steeds niet. Misschien is ze nog een eindje wandelen, denkt Katinka. Maar als Katinka en Boris naar bed gaan, is Brannie nog steeds weg. Zou Brannie verdwaald zijn? Katinka kan niet slapen. Papa! roept ze. Wat is er? vraagt papa.
Ik moet steeds aan Brannie denken, zegt Katinka. Kom maar, zegt papa. Dan gaan we Brannie zoeken. Katinka klimt uit bed en doet haar laarzen en een warme jas aan. Dan gaat ze met papa naar buiten. Het is wel een beetje eng in het donker. Hou mijn hand maar goed vast, zegt papa. Ze lopen langs de glijbaan. Brannie! Brannie! roepen ze. Waar ben je? Maar de poes is er niet. Ze lopen helemaal tot aan de andere kant van het park. Brannie! Brannie! Hier was de poes vanmiddag weggelopen voor de hond.

Miauw. Miauw. Ze horen een poesje heel zielig miauwen. Het is Brannie! Katinka aait de poes. Lieve Brannie! Geef me maar een hand, zegt papa. We gaan naar huis. Ga je de poes ook vasthouden? vraagt Katinka. Nee zegt papa, Brannie kan kan wel zelf lopen. Maar gaat ze dan niet w‚‚r verdwalen? vraagt Katinka. Nee hoor, zegt papa. Poezen kunnen heel goed kijken in het donker. Wij wijzen haar de weg. Nu zal ze niet meer verdwalen.

Post navigation