Figaro’s bruiloft

Het ochtendzonnetje schijnt speels door de bomen. De aanstaande bruidegom is het bos en het huis aan het versieren. Hij woont in een paddestoel: rood met witte stippen. Terwijl onze kabouter een liedje zingt, denkt hij aan zijn aanstaande bruidje. Zij woont in het andere bos in het grote zonnepaleis. Men is daar druk in de weer voor het grote feest. De zon schijnt uitbundig.
Ook in het kabouterbos helpt iedereen dapper mee. De eekhoorns hangen van boom tot boom lange gekleurde slingers van beukenootjes. De grote paddestoel, waarin het aanstaande bruidspaar komt te wonen, wordt door zijn vriendjes extra opgeknapt. Zij verven en zemen, dat het een lieve lust is.
In het paleis zijn Vader en Moeder Elf bezig de sluier van gouden spinrag op te zetten bij het bruidje. Haar bruidsjapon is gemaakt van gekleurde vlindermotiefjes. De bruidegom, met in zijn baard zilveren dauwdruppels en op zijn hoofd een rode puntmuts, staat zichzelf voor de spiegel te bewonderen. Figaro, de vrolijke Frans, doet zijn naam eer aan, is opgeruimd en zit vol grapjes. Altijd schijnt de zon, als hij binnenkomt, ook als het regent. lsabelle ziet in gedachten haar vrolijke Figaro. AIs zij ergens binnenkomt met haar lieve gezichtje, klinkt onmiddellijk de mooiste muziek, ook al staat de radio niet aan. Kortom, iedereen is druk in de weer voor het grote huwelijksfeest.

Plotseling gaat er een huivering door het bos . .. Iedereen staat stijf van schrik. In de verte klinkt een dof gedreun, de grond begint te trillen, de beukenootjes vallen van de bomen. Figaro loopt naar buiten en zegt: “Vrienden niet bang zijn, laten wij onderzoeken wat er aan de hand is “. Hij loopt naar een knoestige oude eik, schuin aan de overkant. Daar zit Mijnheer de Uil wijsgerig op de hoogste tak voor zijn huisje. Laat ik eens met de wijze meneer gaan praten, die is al zo oud, die weet hier vast wel raad op Terwijl hij druk aan het praten is met mijnheer de Uil, komen er van alle kanten dieren aangevlogen. Ook in het zonnepaleis gebeuren er vreemde dingen, het wordt aardedonker, kopjes rinkelen, er zijn tekenen van lichte paniek. Vader en Moeder Elf blijven zichzelf door allen moed in te spreken. Het doffe gedreun komt naderbij bom-mer-de-bom, bom-mer- de-bom: een fluitende gierende wind waait door de bomen. Dieren vluchten naar alle hoeken van het bos – de paddestoel zakt scheef zelfs de witte stippen hiervan vliegen door de lucht.
AI deze geluiden zijn de commandant van de Mobiele Eenheid niet ontgaan, die komen er dan ook aan in groten getale in de vorm van lange rijen trappende en stampende gehelmde snuitkevers en formaties van zoemende grote glanzende libellen. Maar dat maakt alles nog angstaanjagender. De commandant met zijn helpers, de libellen, vliegen bij de Uil naar binnen, om te beraadslagen. De snuitkevers stellen zich op beneden aan de voet van de oude knoestige eik. Plotseling schrikken zij op en zien het gezicht van de boze reus Bulle Rampestamp met zijn grote bolle ogen en dikke hangwangen naar binnen gluren: ze deinzen verschrikt terug.

De commandant brult: “Wat kom je hier doen?” . “Ik kom het hele bos platstampen, er moet hier een auto-snelweg komen”. Snel laat Figaro door een ordonnans een boodschap naar het zonnepaleis brengen, waar Isabelle en de elfjes nog zitten te trillen als espebladen. Onmiddellijk neemt Vader Elf telefonisch contact op met de knoestige oude eik, maar ze komen op dat moment nog niet tot een oplossing. Intussen gaat de reus het bos in en begint de bloemen, planten en paden plat te trappen. Zelfs de bomen, daar maakt hij een puinhoop van. Het bos trilt er van! De dieren, die nog in het bos zijn, vluchten naar de oude knoestige eik van vader Uil.
Mijnheer de Uil krijgt plotseling een idee, pakt de Dikke Van Dale uit de boekenkast en kijkt bij de letter “”R”” van “”reus””. Figaro luistert met spanning, wat mijnheer de Uil te vertellen heeft. De oplossing is: reuzen kunnen niet tegen kietelen! De commandant roep zijn stoottroepen bijeen op het plein voor de knoestige eik. Voorop staat het leger van de gehelmde snuitkevers, daarachter de grote glanzende libellen. De zonnestralen schitteren in de groenglanzende schilden. MANNEN !” brult de commandant, “Ik heb goed nieuws! Reuzen kunnen niet tegen kietelen”. Onmiddellijk gaan zij tot actie over en gaan op zoek naar de reus. De reus hield even op met stampen. Hij hoort een hevig gezoem en getrappel. Halt! roept de commandant. Libellen cirkelen snorrend en dreigend rond het hoofd van de reus. De kevers trekken een kordon om de reus, hun grote voorpoten in de aanslag.
Op een sein van Figaro vallen ze allemaal tegelijk aan en kietelen de reus, dat het een lieve lust is.
Mijnheer de Uil heeft een prachtig uitzicht vanaf een hoge boom. Figaro zit op zijn gemak op een boomstronk van dit alles te genieten. Bulle valt gierend en spartelend van het lachen op de grond, tegen zo’n overmacht kan hij niet op. Achtervolgd door de libellen slaat hij op de vlucht en verdwijnt als een klein stipje achter de horizon. Er klinkt een luid gejuich. Mijnheer de Uil gaat een uiltje knappen. Figaro gaat met zijn vriendjes weer het bos in zijn huis in orde maken.

In het zonnepaleis heerst opnieuw volop feestvreugde: op de vele torens hangen kleurige vlaggen. De tafels zijn gedekt met mooiste kristal. lsabelle straalt van blijdschap: Vader en Moeder Elf begroeten de gasten. Ook mijnheer de Uil, de libellen, de kevers en de commandant zijn uitgenodigd. De Bibelebonse kerk is tijdens de huwelijksplechtigheid propvol!. De zanglijsters zingen het Bruidskoor” uit Lohengrin. Aan het diner wordt mijnheer de Uil gehuldigd. Dankzij zijn wijsheid is het bos gered en kan de bruiloft worden gevierd. De gasten dansen heerlijk op de muziek uit het Zwanenmeer” en op de bloemenwals uit “Doornroosje”. De bruid vliegt de bruidegom letterlijk en figuurlijk in de armen en zo vertrekken zij naar hun nieuwe woning. De gasten vermaken zich daarna nog vele uurtjes opperbest op FIGARO’S BRUILOFT EN TOEN LEEFDEN ZE NOG LANG EN GELUKKIG

Post navigation