Er was eens een Koekenbakker en zijn naam was Koentje. Koentje Koekenbakker kon hele lekkere koeken bakken. Koeken met nootjes, koeken met chocola en koeken met slagroom. In het hele land stond Koentje bekend om zijn koeken. Iedereen was dol op Koentjes koeken. Koentje stond ´s morgens heel vroeg op. En terwijl iedereen nog lag te slapen was Koentje alweer heerlijke koeken aan het bakken. Eerst het meel goed kneden en dan de nootjes en als dat klaar was schoof Koentje de koeken voorzichtig in de oven. Wanneer de koeken in de oven bruin lagen te bakken rook het heerlijk in de bakkerij, maar ook in de straten van het dorp. Ja, zelfs in het hele land. Het rook zo lekker dat iedereen wakker werd van die overheerlijke koekenlucht. Zelfs de Koning en de Koningin werden wakker van de koekenlucht!
Toen de Koning de heerlijke geur had opgesnoven riep hij onmiddellijk een lakei. Hij vroeg de lakei of de paleisbakker iets lekkers aan het bakken was. Maar de lakei vertelde de Koning dat het Koentje Koekenbakker was die de beste koeken van het land bakte. De Koning was erg verbaasd. Hij wist zeker dat de beste bakker van het land in het paleis werkte. Bovendien had hij nog nooit van Koentje Koekenbakker gehoord. Dit was onmogelijk! Onmiddellijk riep hij de Koningin om met haar te bespreken wat ze moesten doen. Als Koentje Koekenbakker echt de beste was dan moest hij toch op het paleis komen werken! De Koning en de Koningin dachten allebei eens heel diep na. Toen vertelde de Koningin dat ze een oplossing had bedacht. Ze zouden Koentje vragen een taart te bakken. Niet zomaar een taart hoor, maar een verjaardagstaart voor de prinses. En als de prinses heel blij was met de taart dan zouden ze Koentje vragen om paleiskoekenbakker te worden. De Koning riep de lakei weer en zei hem direct naar Koentje Koekenbakker te gaan. En zo vertrok de Lakei met een brief van de Koning voor Koentje Koekenbakker.
Toen de lakei bij de winkel van Koentje aankwam was het er heel druk. Een gezellige drukte. Terwijl de mensen op hun beurt stonden te wachten, maakten zij een praatje met elkaar. Totdat de lakei de winkel binnenstapte en riep dat hij een brief van de Koning voor Koentje Koekenbakker had. Het werd muisstil in de winkel. Een brief van de Koning! Dat was wel heel bijzonder! Voorzichtig liep Koentje naar voren. Hij vond het heel spannend. Een brief van de Koning, wat zou er in staan? Koentje las de brief hardop voor
Beste Koentje Koekenbakker,
De Koningin en ik hebben gehoord dat jij de beste koekenbakker van het land bent.
Wij geloven daar helemaal niets van. De Koningin en ik denken namelijk dat de beste bakker bij ons op het paleis werkt. Daarom willen wij je vragen om voor de verjaardag onze dochter, prinses Pinella, een hele bijzondere taart te bakken. Als dit lukt en de prinses is heeeeeeeel erg blij met de taart, dan roepen wij jou uit tot beste bakker van het land en mag je op het paleis komen werken.
Wij verwachten jou, samen met de taart, over twee dagen op het paleis want dan is de prinses jarig.
Hoogachtend,
De Koning
Koentje haalde eens heel diep adem. Pffffffff. Wat nu? Met rode wangen en gloeiende oortjes las Koentje de brief nog eens en nog eens. Koentje kon die nacht niet slapen. Hij lag te draaien in zijn bed en piekerde zich suf. Hoe moest hij nu een taart bakken voor de prinses. Koentje bakte eigenlijk nooit taarten. Alleen maar koeken. Tsja, wel hele lekker koeken maar taarten… dat was toch iets heel anders. Na veel gepieker en gedraai viel Koentje eindelijk in slaap. Hij droomde van wel duizend taarten en koeken. Grote en kleine, dikke en dunne, mooie en lelijke. Totdat……..Koentje droomde van een hele mooie grote roze koek met torentjes van slagroom en zilveren suikerballetjes. Het was de mooiste koek aller tijden! Koentje schrok wakker en ging rechtop in zijn bed zitten. Met zijn knuistjes wreef hij de slaap uit zijn ogen. De koek die hij zojuist in zijn droom had gezien, die moest hij maken voor prinses Pinella!
Vlug sprong Koentje zijn bed uit om zich te wassen en vervolgens zijn bakkersbroek en bakkerjasje aan te trekken. Hij pakte het meel en mengde het met water. Daarna begon hij te kneden en te kneden, net zolang tot hij een grote berg deeg had gemaakt. Een beetje geheime kruiden erbij en klaar was het deeg. Hij maakte er een mooi groot hart van en bedekte het met roze glazuur. Ondertussen had Koentje de oven aangedaan zodat hij de koek kon bakken. Niet lang nadat Koentje de koek in de oven had gedaan, kwam de meest heerlijk lucht uit de bakkerij van Koentje. Iedereen kwam er op af en vroeg Koentje wat ben je aan het bakken? Het ruikt heerlijk! En Koentje vertelde dat hij de koek voor prinses Pinella aan het bakken was. Alle mensen bleven staan voor de bakkerij om af te wachten hoe de taart zou worden. Na het bakken maakte Koentje torentjes van slagroom op de taart en bestrooide de taart met wel honderd zilveren suikerbolletjes. Ohhhhhhhhh, riepen alle mensen. Het was absoluut de mooiste koek die ze ooit gezien hadden.
Samen met zijn hulpjes zette Koentje, heel voorzichtig, de koek op de bakkerswagen. Dat was dat. Nu op naar het paleis! Voorzichtig reden ze over paden en lanen totdat ze bij het paleis aankwamen. De Koning en de Koningin stonden al te wachten op Koentje.
Dag Koentje, fijn dat je zo snel gekomen bent. We zullen prinses Pinella roepen zodat je haar de taart kan laten zien. Ja koning, zei Koentje verlegen. Pffff, hij was behoorlijk zenuwachtig zeg. En daar kwam prinses Pinella. Ze zag er heel deftig en chique uit. Op haar hoofd droeg zij een glinsterend kroontje en de jurk die ze droeg was vast en zeker de mooiste die Koentje ooit had gezien. ‘Zo Koentje, ik hoorde dat jij zulke bijzondere koeken kan bakken. Laat maar eens proeven dan’, zei de prinses en ze keek er een beetje verwaand bij. Koentje maakte de voorzichtig de doos open waar de koek in zat. ‘Alstublieft prinses, deze heb ik speciaal voor u gebakken’, stamelde Koentje. De prinses keek in de grote doos en werd helemaal stil.
Haar ogen begonnen te glinsteren en wangetjes kregen zowaar en blosje van opwinding. Toen prikte ze met haar wijsvinger in de taart en nam er een grote lik van. Het werd muisstil in het hele paleis. Zou de prinses de taart lekker vinden ja of nee? ‘Ooooeeeeiii. De koek is verrukkelijk Koentje. Werkelijk waar, het is de lekkerste koek die ik ooit geproefd heb. Bovendien ziet de koek er ook nog eens schitterend uit. Bravo Koentje! Bravo!
Pfff, dat was een opluchting. Iedereen begon te juichen en te klappen voor Koentje. Wat was ie trots! De koning overhandigde Koentje een heuse oorkonde en vroeg Koentje om op het paleis te komen werken. Hoewel dat natuurlijk een hele eer was voor Koentje, bedankte hij de Koning vriendelijk. Hij wilde graag in zijn eigen bakkerij blijven werken zodat iedereen in het hele land bij Koentje koeken kon blijven kopen. En zo kwam het dat er iedere dag in de rij met klanten ook een lakei van de Koning stond, om een koek voor de prinses te kopen.
