Seizoenen

365 dagen na elkaar
365 dagen in een jaar
12 maanden
52 weken
en er is een jaar verstreken

4 seizoenen in een jaar
en 21 maart dan is de lente daar

in de lente gaan de bloemen bloeien
leggen alle vogeltjes een ei
in de lente gaat het gras weer groeien
de lammetjes die duikelen dan vrolijk in de wei
zie je een zwaluw of een ooievaar,
dan weet je de lente is daar

4 seizoenen in een jaar
en 21 juni is de zomer daar

in de zomer ga je naar het strand
lekker liggen in de zonneschijn
in de zomer ga je niet naar school
dan ga je met vakantie
en vakantie is zo fijn
ben je door het zonnetje verbrand,
dan weet je het is zomer in het land

4 seizoenen in een jaar
en 21 september is de herfst daar

in de herfst dan vallen de blaadjes van de boom,
de meeste bloemen zijn dan weer verdord
in de herfst dan worden de dagen korter
’t begint dan ook te waaien
en je voelt dat ’t kouder wordt
gaat het stormen en ’t wordt een beetje fris
dan weet je dat de herfst er is

4 seizoenen in een jaar
en 21 december is de winter daar

in de winter komt er sneeuw en ijs
het vriest dan buiten zomaar dat het kraakt
in de winter ga je schaatsen op de plas
dan kan je lekker sleeën
of een sneeuwpop wordt gemaakt
gooi je sneeuwballen naar elkaar
dan weet je de winter is daar

Post navigation