Appie Brombeer en de maan

Apie Brombeer kan niet slapen,
Apie wil nog niet naar bed,
Apie wil geen dromen dromen,
Apie wil alleen maar pret.

Hij wil lachen, hij wil spelen,
hij wil graag naar vriendje Maan.
Kijk ! hij ziet hem buiten zweven,
toe maar Apie, kom we gaan !

Heel even is de grote, gele maan
voor Apie Brombeers raam gezakt.
En wat doet die stoute Apie ?
Die heeft gauw zijn staart gepakt.

Kijk ! Apie zit achter het stuur
van … Lees verder

Monster Tik Tok en het ballonnetje

Het is carnaval en Monster Tik Tok loopt over straat. Overal ziet hij de mooiste versieringen. En iedereen heeft zich verkleed. De pastoor is als een oude vrouw. De directeur van de school is als een heks. Ook de politie en de brandweermannen zijn verkleed.
Er rijden praalwagens door de straten, dat zijn wagens die versiert zijn door de mensen. Er zijn wagens vol met bloemen met daarop beelden gemaakt van piepschuim. Er zijn wagens met dansende meisjes en jongens … Lees verder

Pim mag mee

‘Spring er maar van achter in’, zei papa. Papa had de achterdeur van de auto al open gezet. Pim nam een kleine aanloop en met een krachtige sprong nam hij zijn plaats in in de auto. Pim was de lieve hond van Laurien en Thomas. Samen met papa en mama gingen ze een eindje rijden en zouden dan gaan picknicken op een lekker plekje ergens in een groot bos.

Mama had ’s morgens al een mand klaar gemaakt. Ze had … Lees verder

De drakenprins

Er was eens heel ver weg een bos.
En in dat bos was een hutje waarvan de schoorsteen altijd rookte.
En in dat hutje woonde een klein draakje.
En wanneer er dan een persoon bij het hutje kwam werd ‘ie door het draakjesvuur verbrand.

Nu was het zo dat er naast dat hele grote bos een land was waar een opperhoofd de baas was.
En dat opperhoofd had een dochter.
Ze heette Kelly en ze was jarig.
Het opperhoofd had … Lees verder