Droef wil een ander dier zijn

Droef de Hond heeft eens goed nagedacht.
Hij is nu al zijn hele leven een hond.
Dat is prima hoor.
Maar Droef zou ook wel eens een ander dier willen zijn.

Ik wil wel een poes zijn, denkt Droef.
Dan kan ik in de bomen klimmen.
Dan krijg ik lekkere melk te drinken.
En dan mag ik bij het baasje op schoot slapen.
Maar als ik een poes wordt, dan zullen de honden achter mij aanrennen.
Nee, ik wordt toch maar geen poes.

Dan wil ik wel een vogel zijn, denkt Droef.
Dan kan ik heel hoog in de lucht vliegen.
Boven de huizen en boven de bomen.
Als ik dan moe ben, ga ik in de boom uitrusten.
Dan slaap ik in mijn nestje.
Maar als ik een vogel ben, dan zullen de poezen mij proberen te vangen.
Nee, ik wordt toch maar geen vogel.

Dan wordt ik maar vlieg, denkt Droef.
Dan kan ik ook vliegen.
En voor de poezen kan ik me dan verstoppen.
Een vlieg is toch heel klein.
Maar als ik een vlieg ben, dan zal het baasje met de vliegenmepper achter mij aankomen.
Nee, ik wordt toch maar geen vlieg.

Ach, denkt Droef.
Hond zijn is zo slecht nog niet.
Ik denk dat ik maar een hond blijf.

Welke dier zou jij wel eens willen zijn?

Post navigation