Er was eens een sneeuwpop. Een hele mooi grote sneeuwpop. Met een hoed en sjaal en een wortelneus. Maar de sneeuwpop was niet gelukkig. Hij stond daar maar in de voortuin. Helemaal alleen. Daarom keek hij ook zo verdrietig.
Hij zou zo graag een vriendinnetje willen… Dus besloot hij op stap te gaan. Op zoek naar een vriendinnetje trok hij de buurt in. Het duurde even voordat hij een andere sneeuwpop zag staan.
‘Hallo sneeuwpop, wil jij mijn vriendinnetje worden en in mijn tuin komen staan?’ vroeg de sneeuwpop. Maar de andere sneeuwpop antwoordde ‘Ik zou wel willen, maar ik kan hier niet weg. Als ik nu weg ga dan zijn de kindertjes die mij gemaakt hebben morgen heel verdrietig.’ Wat jammer. Nu moest de sneeuwpop weer verder zoeken…
Hij zocht en hij zocht. Maar nee, wat een pech. Geen van de andere sneeuwpoppen wilde bij hem in de tuin komen staan. Verdrietig liep hij weer terug naar zijn tuin. Toen kreeg hij een goed idee. Hij kon toch zelf een vriendinnetje maken!
Snel ging hij aan het werk. Eerst een grote bol voor de buik en dan een kleinere bol voor het hoofd. Van bladeren maakte hij haar en van stenen maakte hij de ogen. Ook kreeg de sneeuwpop nog een mond.
‘Zie zo,’ zei de sneeuwpop. Nu ben je mijn vriendinnetje en hoef ik hier niet meer alleen te staan.
Zo was de sneeuwpop niet meer verdrietig.