Jippe en de telefoon

Piedeliepie, piedeliepie!
De telefoon gaat.
‘Ik pak hem wel, mam,’ roept Jippe.
Jippe loopt naar de telefoon.
Piedeliepie, piedeliepie!
Jippe pakt de telefoon op.
Hij luistert, hij zegt niets.
‘Hallo,’ klinkt het aan de andere kant.
‘Wie is daar? ‘
Jippe zegt nog niets. Hij durft niet.
‘Hallo, hallo,’ klinkt het weer.
Jippe zet vlug de telefoon terug.
‘Wie was dat?’ vraagt mama.
‘Ik weet het niet,’ zegt Jippe zacht.

Piedeliepie, piedeliepie!
Daar gaat de telefoon weer.
‘Zullen we hem samen pakken?’ vraagt mama.
‘Dan zeg jij; Hallo, met Jippe!’
Piedeliepie, piedeliepie!
Mama pakt de telefoon.
Ze houdt hem bij Jippe’s oor en mond.
‘Hallo, met Jippe!’ zegt hij.
Samen met mama durft hij wel.

‘Dag Jippe, wat kun jij dat goed!’, zegt oma.
‘Knap hoor! Mag ik mama even?’
Jippe geeft de telefoon aan mama.
Mama praat even en zet de telefoon weg.
‘Weet je wie er zo komt?’ vraagt ze.
‘Oma!’ roept Jippe. ‘Hiep, hoi!’

Post navigation