Marloes pardoes verliest
Ken je Marloes Pardoes al?
Neehee?
Nou, dan zal ik haar snel aan je voorstellen.
Marloes Pardoes is een meisje met twee hele eigenwijze staartjes. In die staartjes heeft ze altijd mooie strikken. Iedere dag een andere kleur.
Marloes is heel aardig hoor en ook best grappig. Alleen, Marloes Pardoes kan niet tegen haar verlies. Of het nu met hinkelen of knikkeren is, of wanneer ze een spelletje met mamma speelt, Marloes Pardoes moet en zal altijd winnen. Tsja kijk, … Lees verder
Winter
Dag slaapkamer, dag huis
Herfst
in de herfst dan waait het hard
dan worden de bomen heen en weer geschud
en vallen de bladeren van de bomen
de poes rent achter de blaadjes aan
en probeert ze te vangen
af en toe lukt dat ook
de blaadjes die van de bomen zijn gevallen
hebben hele mooie kleuren
rood en geel en groen
als we naar het bos gaan
dan zoeken we de mooiste blaadjes uit
maar ook glimmende kastanjes
soms regent het heel veel
dan … Lees verder
Appie Brombeer en de maan
Apie Brombeer kan niet slapen,
Apie wil nog niet naar bed,
Apie wil geen dromen dromen,
Apie wil alleen maar pret.
Hij wil lachen, hij wil spelen,
hij wil graag naar vriendje Maan.
Kijk ! hij ziet hem buiten zweven,
toe maar Apie, kom we gaan !
Heel even is de grote, gele maan
voor Apie Brombeers raam gezakt.
En wat doet die stoute Apie ?
Die heeft gauw zijn staart gepakt.
Kijk ! Apie zit achter het stuur
van … Lees verder
Monster Tik Tok en het ballonnetje
Het is carnaval en Monster Tik Tok loopt over straat. Overal ziet hij de mooiste versieringen. En iedereen heeft zich verkleed. De pastoor is als een oude vrouw. De directeur van de school is als een heks. Ook de politie en de brandweermannen zijn verkleed.
Er rijden praalwagens door de straten, dat zijn wagens die versiert zijn door de mensen. Er zijn wagens vol met bloemen met daarop beelden gemaakt van piepschuim. Er zijn wagens met dansende meisjes en jongens … Lees verder
Pim mag mee
‘Spring er maar van achter in’, zei papa. Papa had de achterdeur van de auto al open gezet. Pim nam een kleine aanloop en met een krachtige sprong nam hij zijn plaats in in de auto. Pim was de lieve hond van Laurien en Thomas. Samen met papa en mama gingen ze een eindje rijden en zouden dan gaan picknicken op een lekker plekje ergens in een groot bos.
Mama had ’s morgens al een mand klaar gemaakt. Ze had … Lees verder
De drakenprins
Er was eens heel ver weg een bos.
En in dat bos was een hutje waarvan de schoorsteen altijd rookte.
En in dat hutje woonde een klein draakje.
En wanneer er dan een persoon bij het hutje kwam werd ‘ie door het draakjesvuur verbrand.
Nu was het zo dat er naast dat hele grote bos een land was waar een opperhoofd de baas was.
En dat opperhoofd had een dochter.
Ze heette Kelly en ze was jarig.
Het opperhoofd had … Lees verder
Het luie kokje
Er was eens een koksmaatje dat in de keuken van een restaurant werkte. Hij deed niet zo erg zijn best, hij was lui en slordig. In plaats van suiker strooide hij vaak peper op de taart
en in plaats van zout deed hij suiker in de soep.
Hij vond het zelfs heel gewoon om een kip met veren en al in de braadpan te stoppen. Geen wonder dat niemand zo’n kippetje wilde opeten! De sla bijvoorbeeld, waste hij nooit, daarvoor … Lees verder