De dansende Sneeuwman – Jin’s droom

Jin ligt heerlijk te slapen . Alleen zijn haren steken boven het dekbed uit. Op het dekbed staan tekeningen van een sneeuwman. Jin is dol op sneeuw. Hij droomt ook van sneeuw.

Hij maakt een grote sneeuwman. Papa helpt hem. Ze rollen een hele grote bal, voor de buik van de sneeuwman. En een kleinere bal voor het hoofd. Papa zet het hoofd bovenop de buik. Hij zegt tegen Jin: ‘Jij mag hem afmaken. Ik heb het koud. Ik ga naar binnen’. Jin vindt het spannend om alleen buiten te zijn. Niet helemaal alleen, want de sneeuwman is er ook.

Jin geeft hem een wortel als neus. Zwarte kolen worden zijn ogen. Hij kijkt wel boos. In de koelkast liggen nog kleine tomaatjes. Daar maakt Jin een lachende mond van. Jin doet de paarse das van papa om de nek van de sneeuwman. De sneeuwman is klaar. Jin heeft het ook koud gekregen. Hij wil naar binnen gaan. Achter zich hoort hij een geluid. Hij kijkt om, maar ziets niets. Weer wil hij naar binnen gaan.

Nu hoort hij zachtjes roepen: ‘Jin, Jin, blijf nog even bij mij’. Jin is verbaasd, een sneeuwman kan toch niet praten. Hij gaat dichterbij en ziet dat de mond van de sneeuwman beweegt. De sneeuwman steekt zijn hand uit en zegt: ‘Hoi Jin, ik heet Witter’. Dat is leuk. Een sneeuwman, die echt is. En die zijn naam roept. ‘Jin, wakker worden! Het is al laat, schiet nu eens op’. Jin schrikt wakker. Het is zijn Mama, die roept.

Zuchtend staat Jin op. Hij kleedt zich aan en denkt: ‘Was het maar vast vanavond. Dan kan ik weer dromen over de sneeuwman’. ‘Kom Jin, het is de hoogste tijd, naar bed’. ‘Ja mam’, antwoordt Jin, en loopt meteen naar boven. ‘Voel je je niet lekker?’ vraagt zijn moeder. ‘Jawel hoor’, zegt Jin, ‘ik ben alleen moe. ‘Welterusten mam!’ Jin valt meteen in een diepe slaap. Witter staat al op Jin te wachten. ‘Zeg eens’, vraagt Jin, ‘kun jij ook lopen?’ ‘Ik kan zelfs dansen’, antwoordt de sneeuwman, ‘zing maar eens een liedje voor mij’. Jin zingt het vrolijkste liedje dat hij kent. En Witter danst, springt en buigt. Hij kan alles wat Jin ook kan. Samen maken ze een rondedansje. ‘Hatsjoe, hatsjoe’. Jin moet zo niezen, dat hij wakker wordt.

Jin ligt te draaien en te woelen, maar hij kan niet meer in slaap komen. ‘Mam, mag ik naar bed?’ ‘Ik snap niet wat er met jou is’, zegt Jin’s moeder, ‘ik moet altijd mopperen voor je gaat slapen. En nu ga je uit jezelf’. ‘Ik vind het gewoon fijn in mijn bed’, antwoordt Jin, ’tot morgen’. ‘Waarom was je gisternacht zo vlug weg?’, vraagt Witter, ‘het was net zo gezellig’. Jin moet lachen. ‘Ik wou best nog blijven, maar ik werd wakker. Maar nu gaan we weer plezier maken’. Jin en Witter spelen in de sneeuw en zingen liedjes. Ze lopen door de donkere straten. Ze hebben elkaar veel te vertellen. Jin praat over school.

De sneeuwman vertelt Jin een groot geheim. Het geheim van de dansende sneeuwman. ‘Op een dag was ik heel verdrietig. Iedereen kon bewegen en plezier maken. Ik moest steeds stil blijven staan. Opeens stond er een lieve fee voor me. Ze zei dat ze me kon betoveren. Ik zou kunnen praten, lopen en dansen. Maar alleen in de nacht. Overdag zou ik een gewone sneeuwman zijn. Ik mocht het tegen een jongen vertellen. Verder tegen niemand. Anders zou de betovering verbroken worden. Zul jij het ook tegen niemand zeggen’? ‘Natuurlijk niet’, zei Jin, ‘ik beloof het. Ik hoor mijn moeder weer roepen. Ik moet opstaan. Tot vannacht’.

‘Weet je dat er nu een groot feest is in dat grote huis op de hoek?’ vraagt Jin aan Witter. ‘Als we zorgen dat ze ons niet zien kunnen we fijn dansen. Kom, we gaan’. He huis is helemaal verlicht, de muziek is buiten te horen. Jin weet dat de mama van het huis jarig is. Jin en Witter willen de cadeautjes weleens zien. Ze vergeten helemaal dat ze niet gezien mogen worden. Als ze bijna bij het raam zijn, struikelt Jin over de vuilnisbak. Die valt om en maakt een heleboel lawaai. Opeens horen ze een stem, die keihard roept: ‘He, wat is dit hier?’ En met een schreeuw wordt Jin wakker. Mama komt kijken wat er is.

‘Heb je eng gedroomd, Jin? vraagt ze. ‘Nee, het was eigenlijk heel leuk’, vertelt Jin. ‘ Witter en ik waren op een feest. We dansten op de muziek. We wilden naar de cadeautjes kijken’. ‘Wie is Witter?’ Mama is nieuwsgierig. Jin vertelt honderduit. Hij vergeet helemaal dat hij beloofd heeft niemand iets te vertellen. Mama moet gapen. ‘Ga maar gauw weer slapen’, zegt mama met een lach, ‘mischien zie je Witter nog.

Jin valt meteen in slaap. In zijn droom is het aan het dooien. Alle sneeuw is bijna weg. De zon schijnt. Jin gaat Witter zoeken. Hij komt bij een plas water. Daarin liggen een wortel, kolen, tomaatjes en een paarse das. Witter is gesmolten. Hij is er niet meer. Verdrietig gaat Jin terug naar huis en wordt wakker in zijn bed. Als hij beneden komt, vraagt Mama: “En, hoe was het met Witter? Heb je hem nog gezien?’ Dan schiet Jin te binnen dat hij het geheim heeft vertelt. De betovering is verbroken. Witter komt niet meer terug.

Post navigation