Zomersproetjes

Jij hebt kleine zomersproetjes,
hier en daar op je snoetje.
Jij hebt diepblauwe ogen,
die boven je wipneusje staan.

En met je kleine brilletje,
Kijk je me zo snoezig aan.
Je hoofd staat vol met krullen,
die blinken in de zon.

Jij bent mijn lieve broertje,
Die ik zomaar verzin.
Jij bent een kleine peuter,
verweg in mama’s buik verscholen.

Wanneer kom je tevoorschijn voor mij?
Wanneer laat je je zien?
Kom je nog, toe, kom voor mij,
Of wacht … Lees verder

George Harrison

‘Oma, mag ik nog een chocolaatje?’ vroeg Barbara. Haar ouders waren een dag weg, en haar oma paste op haar. Dat vond ze leuk, want haar oma en zij deden samen altijd leuke dingen. ‘Nou, vooruit dan. Maar niets tegen je moeder zeggen. Die vindt dat je te veel snoept. Het is ons geheimpje. Goed?’ ‘Oké, ik zal het niet verklappen’, beloofde Barbara meteen. Voor een chocolaatje deed ze alles, dus ook een geheimpje bewaren.

‘Wat staat er allemaal in … Lees verder

De mandara

’t Staat in de krant in grote letters
Geloven wie ’t geloven wil
Brokken puin gensters en spetters
Vertel het door of hou het stil
Kleine jeroen heeft het ook gelezen
En denkt er nu diep over na
Het moet een monster zijn gewezen
Mischien is het wel een Mandara

Een mandara zal je nu wel vragen
Wat is dat weer voor een beest
Ik zal het vertellen maar morgen niet klagen
Dat je vannacht bang bent geweest

De Mandara … Lees verder

Sneeuw

Bas loopt met mama naar huis. Hij is naar de peuterspeelzaal geweest en heeft nu kerstvakantie.

‘Mama’ zegt Bas, ‘ik weet een nieuw liedje over sneeuw’. ‘Oh’ zegt mama, ‘heb je dat liedje vandaag geleerd?’ ‘Ja, van de juf’, zegt Bas. ‘Zal ik het eens zingen?’ Bas wil het nieuwe liedje gaan zingen, maar dan ziet hij iets in de lucht: ‘Mama, mama…….sneeuw!’ roept Bas. En inderdaad: er vallen grote sneeuwvlokken uit de lucht. De sneeuw blijft liggen op de … Lees verder

Wolenwind

Het waait buiten. Wolkenwind kan het niet laten. Af en toe laat hij zelfs regendruppels vallen. Maar Zonnevrouw wil zich ook laten zien.Alleen vandaag lukt dat haar niet.

‘Hé, Wolkenwind, ga eens aan de kant!’ Wolkenwind geeft geen antwoord en blaast vrolijk verder. Zonnevrouw probeert het nog een keer: ‘Ga je nou nog aan de kant!!’ ‘Waarom zou ik?’, moppert Wolkenwind, ‘ik ben net zo lekker bezig.’ Alles laten waaien is toch stoer, denkt hij er nog achteraan. ‘Het is … Lees verder

Droef wordt brandweerman

Droef de Hond denkt aan wat hij worden wil.

Brandweerman. Dat is een goed idee!
Dan ga ik branden blussen.
En mensen redden.
En dan mag ik mee met de rode brandweerauto.

Of dokter? Dat is ook wel leuk!
Dan ga ik zieke mensen helpen.
En kindjes beter maken.
En dan krijg ik zo’n mooi dokterstas.

Wat denk je van piloot?
Een piloot vliegt in een vliegtuig.
Hij kan heel ver vliegen.
Naar Afrika of Rusland.
Als je piloot bent … Lees verder

Droef wil een ander dier zijn

Droef de Hond heeft eens goed nagedacht.
Hij is nu al zijn hele leven een hond.
Dat is prima hoor.
Maar Droef zou ook wel eens een ander dier willen zijn.

Ik wil wel een poes zijn, denkt Droef.
Dan kan ik in de bomen klimmen.
Dan krijg ik lekkere melk te drinken.
En dan mag ik bij het baasje op schoot slapen.
Maar als ik een poes wordt, dan zullen de honden achter mij aanrennen.
Nee, ik wordt toch … Lees verder

Droef heeft het warm

roef de Hond heeft het warm.
Hij heeft de hele tijd in zijn mand liggen slapen.
Die mand staat vlakbij de verwarming.
In de mand van Droef is het dus altijd lekker warm.

Hmmmm, denkt Droef.
Ik denk dat ik maar eens even wat moet gaan afkoelen.
Hoe zal ik dat doen?

Zal ik een beetje water drinken?
Nee, dat smaakt me niet!
Zal ik een ijsje eten?
Maar waar vind ik een ijsje?
Ik weet het!
Ik ga een … Lees verder

Droef kan niet slapen

Droef de Hond ligt in zijn mand.
Hij ligt te slapen.
Of toch niet?
Nee, Droef slaapt helemaal niet.
Hij wil wel graag slapen, maar hij kan niet in slaap komen.

Wat kan ik eens verzinnen, zodat ik toch in slaap val?
Weet je wat, ik ga eens andersom in mijn mand liggen.
Maar nee, het helpt niets.
Droef blijft wakker.

Ok, dan ga ik niet in mijn mand liggen maar op de grond.
Maar ook op de grond valt … Lees verder

Droef is blij

Droef de Hond is blij.
Hij weet niet precies waarom.
Zomaar eigenlijk.

Gewoon blij en vrolijk.
Omdat de zon schijnt.
Omdat hij lekkere brokken heeft gegeten.
Omdat hij zo’n fijne mand heeft.
En nog veel meer…

Omdat Droef zo blij is, besluit hij een liedje te zingen.
Maar Droef kan niet zingen.
Hij zingt heel vals.
Zo vals, dat de kat er van gaat miauwen.

Omdat Droef zo blij is, besluit hij dan maar een dansje doen.
Maar Droef heeft … Lees verder

Posts navigation