De koning die maar wakker bleef

Er was eens een koning. Hij woonde in een mooi groot paleis in het midden van zijn koninkrijk. Hij had werkelijk alles wat zijn hartje begeerde. Toch was er een probleem. De koning kon niet slapen.

’s Nachts als alle mensen in het land lekker lagen te slapen, lag de koning maar wakker. Hij probeerde van alles. Warme melk, schaapjes tellen. Niets hielp. De koning was ten einde raad. Hij was zo verschrikkelijk moe, maar slapen kon hij niet.

Op een dag besloot de koning een beloning uit te loven aan degene die hem in slaap kon laten vallen.
En zo kwam het dat er een heleboel mensen naar het paleis trokken. Er waren wijze mannen die dachten dat ze de oplossing hadden. En er waren sprookjesvertellers uit de hele wereld. Zij wisten zeker dat hun sprookje de koning in slaap zou laten vallen. Allemaal stonden ze in de rij op hun beurt te wachten.

Helemaal aan het einde van de rij stond een kleine jongen. Hij zag er een beetje vies uit. Hij droeg geen schoenen en zijn kleren zaten vol met scheuren. En zijn haar, dat kon je zo zien, was vast al weken niet meer geborsteld.

De wijze mannen en de sprookjesvertellers keken hem boos aan. ‘Ga weg,’ riepen ze naar de kleine jongen. ‘Je bent veel te vies. Zo kan je niet bij de koning op bezoek.’
Maar de kleine jongen liet zich niet wegjagen en wachtte rustig op zijn beurt. Het duurde lang, want hij was de laatste. Na uren en uren was hij eindelijk aan de beurt.

Toen de kleine jongen voor de koning verscheen moest de koning lachen. ‘Zo,’ zei de koning, ‘wie denk jij wel dat je bent kleine jongen. Vanuit de hele wereld kwamen mensen om mij te helpen, maar het is niemand gelukt. Nu ben ik toch werkelijk heel benieuwd wat jij te vertellen hebt.’ Maar de kleine jongen zei niets. Uit het binnenzakje van zijn vieze jasje haalde hij een houten fluit.

Hij begon te spelen. Het klonk heel mooi en zacht. Alsof er allemaal elfjes aan het dansen waren. De koning knikte goedkeurend en luisterde aandachtig. De kleine jonge speelde maar door. Net zo lang dat de koning zat de knikkebollen en in slaap viel.

En omdat de koning zich aan zijn woord hield, ontving de kleine jongen de beloning. Een mooie kist met gouden munten! Bovendien mocht de kleine jongen voor altijd in het paleis blijven wonen. En ’s avonds?
Dan speelde de kleine jonge mooie liedjes voor de koning en viel de koning heerlijk in slaap.

Post navigation