Waar is Stip?
Maria loopt op de weg, ze gaat naar huis.
‘Maria! Maria! wacht op mij!”
Daar is Tom, tom is haar vriend.
Wat wil Tom van haar?
Maria komt eraan. ‘Wat wil je Tom?’
Tom is blij.
‘Wil jij mij helpen?’
Maria zeg ‘ja’.
Tom wijst naar Rien.
‘Ik wil met Rien blijven spelen maar nu moet ik Stip uitlaten.
Ik heb zijn riem thuis laten liggen.
Wil jij die ophalen en Stip uitlaten?’
Maria kijkt niet blij, nee, dat wil ze niet.
Tom zegt, ‘Dan wordt ik boos’.
Maria zegt ‘ik ga naar Rianne, jij laat je eigen hond maar uit.’
Dan moet Tom het zelf doen.
Hij vraagt of Rien mee gaat, dan kunnen ze daarna weer samen verder spelen.
Maria loopt naar huis en vertelt haar moeder het verhaal over Tom.
Mama zegt: ‘ja, als je een huisdier neemt dan moet je hem ook elke dag uitlaten.’
Dan trekt ze haar jas uit en mama vraagt of ze wat wil drinken.
Na het drinken vraagt ze aan mama of ze nog even mag spelen met Els.
Dat vindt mama goed. Maar helaas Els is niet thuis.
Dan gaat ze maar weer naar huis.
Mama moet nog boodschappen doen.
Ze vraagt of Maria meegaat.
Ja, gezellig even met mama winkelen, dat is nog eens leuk.
Als ze bijna klaar zijn met winkelen ziet ze een mooie Barbie liggen.
Maria heeft geluk! Omdat ze zo’n goed rapport had, krijgt ze de Barbie.
Maria is er erg blij mee. Thuis gaat ze direct met de Barbie spelen.
Even later komt papa thuis en gaan ze eten.
Na het eten helpt ze mama nog even met de afwas.
Dan is het bedtijd.
In bed denkt Maria dat als ze zelf een hond zou hebben ze nu nog met hem uit zou moeten.
Dat vindt ze toch niet zo prettig want het regent buiten.
Een hond vindt ze wel heel erg leuk maar ze zou hem niet telkens willen uitlaten.
Dan gaat ze liever even naar Tom om naar Stip te kijken.
In bed bedenkt ze dat Stip toch wel een lieve hond is, en dan valt ze in slaap.