Wendy is op Stanley

Wendy zat in de klas achter haar tafeltje. Ze hadden taal, iets wat ze wel leuk vond. Ze moest een verhaaltje lezen en er was steeds een woordje weg. Dat woordje moesten ze invullen. Ze was al snel klaar en dan mocht ze iets voor zichzelf gaan doen. Terwijl ze haar taalschriftje in haar laadje legde kwam ze met haar ogen langs Stanley, de mooiste jongen van de klas. Ze was een beetje verliefd op hem, maar dat mocht natuurlijk niemand weten. Alleen haar beste vriendin Susan wist het. Die wilde al steeds verkering voor Wendy vragen aan Stanley, maar dat wilde Wendy toch niet echt. Stel je voor dat hij nee zou zeggen! Ze zag hoe Stanley even naar haar keek en naar haar lachte. Ze keek snel de andere kant op om de kleurpotloden te pakken. Ze pakte een wit papiertje en begon te tekenen.

Een paar dagen later was het Valentijnsdag. Haar moeder had haar verteld dat je op die dag een kaart of een bosje bloemen van iemand die verliefd op jou was kon krijgen. Wendy hoopte vurig dat ze een kaart van Stanley zou krijgen. Zelf durfde ze het niet aan hem te geven. Ze had zich vandaag extra mooi gemaakt, speciaal voor Stanley.

Met rode wangen van de spanning kwam ze de klas binnen. Stanley was er nog niet. Ze ging zitten achter haar tafeltje. Er kwamen een paar klasgenootjes binnen. Eerst Susan die kwam naast haar zitten. Ze had een kaart in haar hand. Gekregen van Edwin, de meest vervelende jongen uit de klas. Ze was er niet echt blij mee. Toen kwam Ronnie binnen met zijn vriendjes. En daarachteraan kwam eindelijk Stanley. Wendy kon haar ogen niet geloven, hij liep gewoon door! Geen kaart voor haar dus. Susan zag dat Wendy het niet leuk vond en zei tegen Wendy: ‘Ach, misschien geeft hij je straks een kaart’. Maar nee. Niet tijdens de kleine pauze, niet tijdens de lunchpauze en zelfs niet na schooltijd! Verdrietig liep ze naar huis. ‘Dan vind hij me zeker toch niet leuk.’, dacht ze.

Eenmaal thuis aangekomen zag Wendy’s moeder het verdrietige gezicht van haar dochter. Ze maakte snel een kopje thee en Wendy was blij dat haar moeder niet vroeg wat er aan de hand was. ‘Ohja, voordat ik het vergeet, er was post voor je!’ zei Wendy’s moeder. En ze haalde een mooie roze envelop tevoorschijn. Wendy’s wangen werden rood. Langzaam maakte ze de envelop open, bang hem te beschadigen. Daar kwam een mooie kaart uit met beertjes en hartjes. Op de voorkant stond: ‘voor Valentijn’ en binnenin stond met gouden letters: ‘Ik hou van jou’ en daaronder had Stanley met een blauwe vulpen zijn naam gezet. Wendy was dolblij.

De volgende morgen kwam Wendy bijna te laat op school. Stanley zat al en hij keek voorzichtig richting Wendy. De meester stond voor het bord. Hij wilde net beginnen. Hij klapte het bord open en daar stond met hele grote letters: ‘Wendy houdt van Stanley’. Wendy werd vuurrood en keek voorzichtig richting Stanley. Iedereen moest heel hard lachen. De meester was erg verbaasd. Toen stond Stanley op en pakte een krijtje. Hij schreef op het bord, onder Wendy houdt van Stanley: ‘en Stanley houdt van Wendy’ en hij ging weer zitten. Met een grote glimlach keek Wendy richting Stanley.

In de kleine pauze gingen ze naar buiten. voorzichtig liep Wendy richting Stanley. ‘Dat was heel lief van je wat je deed vanmorgen.’, zei Wendy, ‘En bedankt voor je kaart.’ Wendy boog zich richting Stanley en gaf hem een kusje op zijn wang. Stanley werd vuurrood.

Post navigation