Agent Jan zit aan tafel. Hij schrijft een brief aan zijn tante Julia. Die woont heel ver weg. En daardoor kunnen ze elkaar niet vaak zien. En tante Julia heeft ook geen telefoon. Daarom schrijven ze elkaar af en toe een brief. Om te weten hoe het met elkaar gaat.
Zo, de brief is klaar. Agent Jan doet de brief in een envelop en plakt er een postzegel op. Hij pakt zijn knuppel en zet de politiepet op. Dan gaat … Lees verder