Het arme kleermakertje

Er was eens een kleermakertje die erg arm was. Hij werkte van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Soms was hij zo moe dat hij de draad niet meer in de naald kon krijgen. Maar hoe hard hij ook werkte, het hielp niets. Weet je hoe dat kwam? De pakken die hij maakte waren ouderwets, zijn schaar was bot en zijn strijkijzer was verroest.

Op een keer toen het kleermakertje nog laat aan het werk was, sprong er opeens … Lees verder

Het sprookje van de zon en de maan

‘Laten we het werk eerlijk verdelen,’ zei de maan. ‘Hoe wil je dat doen?’ vroeg de zon. ‘Nou, als jij nu alleen overdag schijnt en ik alleen als het nacht is. Dan krijgen we nooit ruzie.’ ‘Mij best,’ zei de zon. En ze hielden zich allebei aan hun afspraak. Keurig op tijd losten ze elkaar af. Als de zon ging slapen, dan kwam de maan op. En als de maan zijn werk had gedaan, dan begon de zon te schijnen.
Lees verder

Hoe het Prinsesje een Prinsje werd

Heel lang geleden was er eens een klein meisje. Niet zomaar een meisje hoor. Een prinsesje en ze woonde op het paleis. Haar vader was koning en haar moeder was koningin. In het paleis was alles heel deftig. En de koning en de koningin droegen iedere dag hele deftige kleren. Dat hoorde nu eenmaal zo. Ook het prinsesje moest iedere dag deftige kleren aan. Jurken met veel strikken en kant. Heel mooi hoor, maar het prinsesje vond er niets aan.
Lees verder

De buurman

Janus en Remco zitten in de speeltuin. Zo kunnen ze hun eigen huis zien. Maar daar kijken ze niet naar. Ze hebben pas een andere buurman gekregen. Die man zit de hele dag voor het raam.

Hij is aan het schrijven. Soms praat hij tegen iemand. Janus en Remco kunnen niet zien tegen wie. Het is raar, hoor. Ze zien veel kinderen naar binnen gaan. Maar ze komen niet meer naar buiten. ‘Het huis moet propvol zitten,’ zegt Remco. Hij … Lees verder

Bolleke

Janus vindt het leuk om bij tante Trees te logeren. Hij mag dan een uurtje later naar bed. En ze eten alleen dingen die Janus lekker vindt.

Nu zit hij met zijn pyjama aan op de bank. Eerst moet hij zijn melk opdrinken. Daarna hoeft hij pas naar bed. De kat van tante Trees zit op de grond. Hij wast zijn staart. ‘Ik kan met hem praten,’ zegt tante Trees. Janus begint te lachen. ‘U kunt hem niet verstaan,’ zegt … Lees verder

Een monster met een kaboutermuts

Er zit een monster in bad. Alleen Janus kan hem zien. Moeder zegt dat het niet waar is. ‘Monsters bestaan niet,’ zegt ze dan. Janus weet zeker dat het monster echt bestaat. Hij ziet het toch zeker zelf! Pappa zegt dat Janus zich niet aan moet stellen.

Mamma wil dat Janus elke dag in bad gaat. Janus houdt zijn puntmuts op in bed. Dan lijkt hij groter. Misschien durft het monster hem dan niks te doen. Moeder vindt het wel … Lees verder

Slootje springen

Janus is op weg naar school. Opeens komt Remco naast hem lopen. ‘Ik heb een beter idee,’ zegt Remco, ‘we gaan sloot-jespringen.’ ‘Dat vindt moeder nooit goed,’ zegt Janus. ‘Ik moet naar school.’ ‘Er moet zo veel,’ zegt Remco. ‘Als je nu naar school gaat, ben je een braverik.’ Janus wil geen braverik zijn. Hij gaat met Remco mee.

Janus heeft nog niet eerder over een sloot gesprongen. Het is heel spannend. ‘Is de sloot diep?’ vraagt hij. ‘Nee, sloten … Lees verder

De afwas

‘Ik heb geen zin in de afwas’, zegt Keesje tegen zijn moeder. Zijn moeder kijkt hem aan.
‘Je hebt zelf belooft om het te doen’, antwoord moeder.
Keesje gooit de afwasborstel in de gootsteen en rent naar boven.
‘Nou wordt ie helemaal mooi. Nog weglopen ook’. Moeder gooit de handdoek op het aanrecht en loopt achter Keesje aan.
‘Kom onmiddelijk naar beneden, jongeman. Je gaat afwassen, of je nu wilt of niet’.
Met grote stappen stapt moeder door de gang … Lees verder

Kris, Kras en de hondenrace, slot

De volgende dag was het zover. Het was de dag van de wedstrijd. Kris had een duikbrilletje opgezet van zijn moeder en Kras had een sjaal omhaar hoofd gedaan omdat ze anders een koude nek zou krijgen. Zo hard ging het karretje namelijk. Toen ze aankwamen bij de start wisten de mensen aan de kant niet wat ze zagen. Daar kwam een karretje aanrijden met daarop twee raar uitziende kinderen maar het raarste was toch wel de enorme hond die … Lees verder

Herima’s bruiloft

Het jaar 1855 was een koud jaar. Het sneeuwde aldoor en er waaide een ijzige westenwind. In deze winter heerste er veel armoede. De boeren hadden een slechte oogst gehad en hadden bijna niks om te verkopen. In de steden was de armoede het grootst. Het aantal zwervers was dit jaar in december verdubbeld. Jonge mannen en vrouwen, maar ook kinderen en oude mensen moesten bedelen op de straten. De komende Kerst stemde mensen somber.

Dit is tevens het jaar … Lees verder

Posts navigation