Het is stil buiten het dorp. Agent Jan is al vroeg op pad. Want je weet maar nooit. Misschien breekt er wel ergens een dief in. In een huis. Of een postkantoor. En neemt de dief al het geld mee. Agent Jan houdt zijn ogen goed open. Want Boris, Rattemuis en Haha zijn weer ontsnapt. Uit de gevangenis. Agent Jan loopt de Zeeweg af. Hij is nu dicht in de buurt van de boerderij van boer Piet. Hier is het ook stil. Agent Jan hoort alleen het gekwetter van de vogels.
Dan staat er bij de boerderij een hek open. Wat raar. Zou boer Piet vergeten zijn om het hek dicht te doen? Agent Jan loopt om de boerderij heen. Hij gaat kijken of boer Piet al wakker is. Een boer staat altijd heel vroeg op. Om de koeien te melken of zo. Dus wie weet heeft boer Piet het hek zelf al open gedaan. Agent Jan kan boer Piet niet vinden. Maar kijk, daar is boerin Truus. Zij is ook vroeg op. Zij voert de kippen.
Goedemorgen, boerin Truus! Roept agent Jan. Is boer Piet er ook?
Ja hoor, agent Jan. Hij loopt naar de stal om de paarden los te laten in de wei. Agent Jan loopt naar de stallen. Ja, boer Piet heeft drie paarden. Een zwarte, een bruine en een witte. Maar dan hoort hij een gil. Dat is boer Piet! Agent Jan rent naar boer Piet toe. Maar als hij om de paardenstal heen rent komt boer Piet ook de hoek om gerend en knots! Daar rennen ze tegen elkaar op. De klompen van boer Piet vliegen in het rond en de politiepet van agent Jan rolt over de grond. Agent Jan schrikt zich een hoedje.
‘Maar boer Piet toch. Wat is er gebeurd?’
‘O, agent Jan. Mijn paarden zijn verdwenen. Er zijn dieven geweest.’
‘Wat? Dieven?’ roept agent Jan. Hij rent in het rond. Hij zwaait met de houten knuppel en blaast op de fluit. ‘Houdt de dief! Houdt de dief!’ Hij gaat in de stal kijken. ‘Daar staan de paarden niet meer,’ zegt agent Jan.
‘Natuurlijk niet,’ zegt boer Piet. ‘Ik zeg toch dat ze gestolen zijn.’
Maar agent Jan denkt hardop. ‘Ik zoek voetafdrukken,’ zegt hij. ‘Daar zie ik wat,’ zegt agent Jan. ‘Kijk, klompafdrukken. Ze droegen klompen boer Piet.’
‘Volgens mij zijn dat mijn klompafdrukken agent Jan.’
‘Ach natuurlijk. Wat dom. Boer Piet is hier als laatste geweest.’ Maar dan ziet agent Jan wel voetafdrukken. En verschillende voetafdrukken. Agent Jan kent die voetafdrukken. Die heeft hij al heel vaak gezien. Het zijn de voetafdrukken van Boris, Rattemuis en Haha.
‘O, die vervelende Boris, Rattemuis en Haha,’ zegt Boer Piet boos.
‘Geen nood,’ zegt agent Jan, ‘laat dat maar aan mij over. Ik ben een heel goede speurneus weet je?’ Ja, dat weet Boer Piet maar al te goed.
‘Ik volg gewoon de paardensporen,’ zegt agent Jan, ‘en dan vind ik ze wel.’
Agent Jan gaat dadelijk op pad. Even later houden de sporen op. Agent Jan staat voor een straat. ‘Hm, dat is lastig,’ denkt agent Jan. Hij loopt over de straat en kijkt goed naar de berm. En ja hoor, daar beginnen de paardensporen weer. En dan ziet agent Jan de dieven ook. Ze staan stil. Wat doen ze toch? Agent Jan rent er heen maar zorgt wel dat hij niet gezien wordt. Hij komt steeds dichterbij. Dan springt hij tevoorschijn. Hij zwaait met de houten knuppel. ‘Halt! Blijf staan! Hij blaast op zijn fluit. Geen beweging!’
‘O, agent Jan,’ roepen Rattemuis en Haha. En ze rennen weg. En Boris? Dat ziet agent Jan gauw genoeg. Boris is van het paard gevallen en ligt op de grond. Snel doet agent Jan hem de boeien om. Boris klaagt. Dat is gemeen. Ik heb mij zeer gedaan! ‘Eigen schuld,’ zegt agent Jan. ‘Dan had je maar geen paarden moeten stelen, lelijke paardendief!’ Hij bindt Boris vast aan een boom. Dan kan hij niet weglopen.
Dan springt agent Jan op een paard en gaat achter Rattemuis en Haha aan. Aan het zadel van het paard hangt een dik stuk touw. Dat kan hij goed gebruiken. Daar kun je een lasso van maken. Dat heeft agent Jan geleerd op de politieschool. Hij rijdt snel achter de dieven aan. Het duurt niet lang of hij heeft ze ingehaald. Als een echte cowboy werpt agent Jan de lasso om Rattemuis heen. Die valt met een smak op de grond. Haha schrikt daar zo erg van dat hij pardoes ook op de grond valt. Vlug doet hij Haha de boeien om. Hij bindt Haha vast aan het touw van Rattemuis. Samen moeten ze achter agent Jan en het paard aanlopen. Boris staat nog steeds aan de boom vast gebonden. Hij is heel boos. Agent Jan trekt zich er niets van aan. Met zijn vieren gaan ze terug naar de boerderij. Daar staat Boer Piet nog steeds te wachten. Hij is heel blij als hij agent Jan met de dieven en de gestolen paarden ziet.
‘Mag ik even bij je bellen?’ vraagt agent Jan aan Boer Piet.
‘Natuurlijk mag dat,’ zegt Boer Piet. Agent Jan belt met agent Joost. Die komt even later met de boevenwagen. Hij brengt de dieven Boris, Rattemuis en Haha naar de gevangenis. Zij gaan achter de tralies. De paarden gaan in de wei. Ze zullen wel honger hebben gekregen van dit avontuur. Agent Jan ook. Hij krijgt van Boer Piet en Boerin Truus een kop koffie met een groot stuk koek. Dat heeft hij wel verdiend.