Een poes in de klas

Vandaag gaat Hugo voor het eerst naar de basisschool. Hij is er helemaal klaar voor. Mamma heeft hem zijn jas aangetrokken en zijn schoenen aangedaan. Zijn nieuwe schooltas houdt hij stevig vast. Het is een mooie, rode tas met een olifant erop. Hugo heeft hem zelf in de winkel uitgekozen. In de schooltas zit een beker met chocolademelk en een boterham. Voor in de pauze. ‘Gaan we nou, mamma?’ vraagt hij. ‘Ja, we gaan,’ zegt mamma. Zij heeft ook haar jas en haar schoenen aan. Hugo en mamma gaan lopend naar school. Het is niet zo ver.

Na een tijdje lopen ziet Hugo de school al. Het is een grote school. Op sommige ramen zijn plaatjes geschilderd: een hond, een poes, een boom, een vogel. Samen met mamma loopt Hugo het schoolplein op. Hij houdt mamma’s hand goed vast. Op het schoolplein ziet Hugo een grote zandbak en een klimrek. Hé, er loopt een poes op het schoolplein! Wat een vreemde poes is dat. Een witte poes met een blauwe staart!

De poes loopt naar Hugo en mamma toe. Haar blauwe staart houdt ze omhoog. ‘Hallo!’ zegt ze. De poes kan praten! ‘Ik ben Didi,’ zegt de poes, ‘hoe heet jij?’ ‘Hugo,’ zegt Hugo. ‘En wie ben jij?’ vraagt Didi aan mamma. Mamma kijkt heel verbaasd. Poezen kunnen toch nooit praten? ‘Ik…ik ben Hugo’s mamma,’ zegt ze dan. ‘Ik ben vier jaar,’ zegt Didi tegen Hugo, ‘dus ben ik oud genoeg om naar school te gaan! Mag ik met je mee?’ Hugo kijkt naar mamma. ‘Mag Didi mee, mamma?’ vraagt hij. ‘Ik weet het niet, Hugo,’ zegt mamma, ‘we moeten het maar aan de juf vragen.’

Hugo gaat met mamma en Didi naar binnen. Hij komt bij juf Marsha in de klas. Didi mag ook bij juf Marsha in de klas komen. De juf vindt het wel leuk om een pratende poes in de klas te hebben. In de klas van juf Marsha staan allemaal kleine stoelen in een kring. Achter de stoelen staan kasten en tafels. In de kasten ligt speelgoed, ziet Hugo. En op de tafels staan schoteltjes met verf. Mamma neemt Hugo en Didi mee naar de kring met stoelen. ‘Kies er maar een uit,’ zegt ze. Hugo kiest een stoel uit en gaat erop zitten. Didi springt op de stoel naast hem. Dan krijgt Hugo een zoen van mamma. ‘Dag knul,’ zegt ze, ‘dag Didi, veel plezier!’ En ze loopt de klas uit naar buiten. Voor het raam zwaait ze nog even.

Als alle kinderen er zijn, en alle moeders en vaders weg, gaan ze beginnen. ‘Vandaag zijn Hugo en Didi voor het eerst bij ons in de klas,’ zegt juf Marsha, ‘Didi is een hele bijzondere poes, want ze kan praten. Daarom mag ze hier in de klas met ons meedoen. Jullie mogen nu om de beurt je naam zeggen. Dan weten Hugo en Didi ook wie jullie zijn.’ Alle kinderen zeggen een voor een hun naam. Ze kijken steeds naar Didi. Wat leuk, een pratende poes in de klas! Daarna leert juf Marsha hun een liedje zingen. Hugo vindt het zingen erg leuk.

‘Vandaag gaan we een mooie verftekening maken,’ zegt juf Marsha na het zingen. ‘Pak je stoel en zoek maar een plaatsje aan tafel.’ Als iedereen aan een tafel zit, krijgen ze van de juf papier om op te verven en een kwast. Nu mogen ze beginnen. Op tafel staan schoteltjes met rode, blauwe, gele, zwarte en groene verf. Hugo doopt zijn kwast in de blauwe verf. Hij gaat een verftekening van Didi maken. Didi zit naast hem en kijkt ondeugend naar de juf. Maar de juf let niet op Didi.

Didi springt van haar stoel op de tafel. En dan… steekt ze een voor een alle vier haar poten in de verf! Eén poot in de rode verf, één poot in de blauwe verf, één poot in de zwarte verf en één poot in de groene verf. Ze loopt over de tafel heen en springt hopla! op de grond. Didi loopt door de hele klas! Ze springt op de stoel van de juf en ze springt er weer af… ‘Didi!’ roept juf Marsha opeens. ‘Wat doe je nou?!’ ‘O jee,’ denkt Hugo. Een beetje geschrokken kijkt hij naar de juf. De juf ziet er boos uit. Ze gaat Didi vast op haar kop geven! Hugo kijkt de klas rond. Overal op de grond ziet hij poezenpootjes. Rode, blauwe, groene en zwarte. Hij ziet poezenpootjes op de stoel van de juf en op de tafel. Ook de andere kinderen kijken naar de gekleurde poezenpootjes.

‘Ik vind het wel mooi, juf!’ zegt een meisje. Vera heet ze, weet Hugo. ‘Ik vind het supermooi!’ zegt een jongen die Vincent heet. Nu begint iedereen te roepen. ‘Ik vind het ook mooi juf!’ Hugo roept voorzichtig mee. Juf Marsha klapt in haar handen. Alle kinderen worden weer stil. ‘Het ziet er wel vrolijk uit,’ zegt de juf met een zucht. Ze is niet meer boos. Gelukkig maar. En de juf zegt tegen Didi: ‘Maar als je het nog één keer doet, mag je niet meer meedoen met verven!’

‘Ik zal het niet meer doen, juf,’ zegt Didi. Maar ze kijkt nog steeds ondeugend!

Post navigation