Het is al negen uur ’s ochtends en David is al een paar uur wakker. Hij heeft zijn pap al op en zit samen met zijn pappa te ontbijten. Ze eten bruin brood met jam. David vindt dat lekker. Het is iedere dag wel smullen bij het ontbijt. Ze eten brood met jam of pindakaas of chocolade muisjes of kaas. Het smaakt David allemaal even lekker. David is nog maar een klein, hij is pas twintig maanden oud. Maar hij is een wijs, parmantig mannetje.
‘Mamma?’ zegt David terwijl hij zijn pappa vragend aankijkt. ‘Mamma slaapt nog,’ zegt zijn pappa terwijl hij een flinke hap van zijn boterham met jam neemt. David neemt ook nog maar een stukje van zijn stukjes brood. Zijn pappa heeft zijn sneetje brood in hele kleine stukjes gesneden.
Dan gaan ze naar de slaapkamer omdat David verschoond moet worden. David loopt eerst naar de slaapkamer van zijn pappa en mamma. Ja, daar slaapt luie mamma nog. ‘Mamma, mamma!’ roept David luid. Zijn mamma draait zich slaperig om en kijkt lachend naar haar kindje. David kan nog niet praten maar is het wachten op zijn mamma beu. Dan moet hij maar op een andere manier ervoor zorgen dat mamma uit bed komt.
Hij loopt vastberaden naar de stoel in haar kamer en pakt haar kamerjas en legt deze op zijn mamma. Daarna zoekt hij naar haar pantoffels. Ook die belanden op het bed, bovenop zijn mamma. Als ze toch nog blijft liggen, zoekt David een bloesje op en een broek en gooit die ook bovenop de rest. Nu ligt zijn mamma bedolven onder kleren en pantoffels in bed. Dat slaapt niet zo lekker.
Kreunend maar gierend van het lachen doet zijn mamma haar kamerjas en haar pantoffels aan en loopt – met David achter haar aan – naar de badkamer. Hij zorgt er wel voor dat ze niet wéér haar bed induikt! David is wat streng. Moet mamma maar niet zo lui zijn en zo lang blijven slapen. Ziezo!