Muzeejum

Lila en Blue zijn met moeder in het museum geweest. Het rook er wel een beetje muf maar er waren allemaal hele oude spullen. Spullen die ouder zijn dan mama. Als Lila en Blue thuis zijn, zitten ze op de bank. Moeder gaat weg om boodschappen te doen. ‘Wat gaan we doen?’ vraagt Lila aan Blue. Blue haalt zijn schouders op en denkt aan alle spullen in het museum. ‘Zullen we museumpje gaan spelen?’ vraagt Lila. Dat vindt Blue een goed idee.

‘Hoe gaan we dat doen?’ vraagt Lila. ‘We halen alle oude spullen uit huis en stallen die uit in de garage,’ zegt Blue. ‘Iedereen die voorbijloopt mag komen kijken.’ ‘Ja, dat is leuk!’ roept Lila. Ze halen alle oude spullen uit het huis: de grote bruine klok, een bontjas, oude boeken, een stenen beeldje, een trui uit moeders kast, hun eerste speelgoed, wat borden, een fluitketel en een handdoek met gaten erin. Nadat ze alles in een karretje hebben gedaan, rijden ze de spullen naar de garage. Oeps, er valt een bord uit het karretje. Rinkel de rinkel, klinkt het. Overal liggen er scherven. ‘Snel weggooien,’ zegt Blue. Ze pakken een stoffer en blik, vegen alles op en gooien daarna de scherven in de prullenbak. ‘Ziezo,’ zegt Lila, ‘da’s ook weer voor mekaar.’

Eindelijk zijn ze dan in de garage. Ze halen wat kasten leeg en stallen alles netjes uit. ‘Er moeten nog jaartallen op,’ zegt Blue. ‘Oh ja,’ zegt Lila. Ze rent het huis in en komt even later weer terug met een lippenstift van moeder. Op de klok schrijft ze: 3456, op de handdoeken schrijft ze met grote letters: 2345, op de fluitketel kliedert ze: 1234… en zo gaat ze een tijdje door. Tot op elk museumstuk een jaartal staat. ‘Net echt,’ zegt ze tegen Blue. ‘Nu moet er nog museum op de deuren staan,’ zegt Blue. Lila en Blue kijken rond. Achter in de garage staat een grote emmer met verf. Ernaast ligt een kwast. Ze pakken de kwast, dopen die in de verf en lopen naar buiten. Met grote koeienletters schrijven ze op de garagedeuren: MUZEEJUM. De verf spat alle kanten uit, maar dat geeft niks. Nu weten de mensen tenminste dat ze een echt museum zijn geworden! Uiteindelijk zetten ze een tafeltje voor de ingang. Ze besluiten om de beurt de kassa te doen.

Een buurvrouw komt met haar teckel voorbij gewandeld. ‘Wilt u dit museum zien?’ vraagt Lila. ‘Ja natuurlijk,’ zegt de buurvrouw en ze lacht. ‘Een gulden alstublieft,’ zegt Lila. De buurvrouw betaalt. Dan krijgt ze van Lila een stukje wc-papier met een krabbeltje erop. Als de buurvrouw binnen is zegt ze: ‘Prachtig!’ Lila en Blue kijken elkaar aan en grinniken. Daar komt de srv-man aan met zijn karretje vol melk en kaas. ‘Wilt u ons museum bezichtigen?’ vraagt Blue. ‘Ja graag,’ zegt de man. Nadat hij betaald heeft, gaat hij naar binnen en kijkt om zich heen. Na een tijdje pakt hij de bontjas en vraagt: ‘Is deze te koop?’ Blue kijkt Lila vragend aan en Lila knikt. ‘Een gulden,’ zegt Lila. De srv-man geeft Lila een gulden en vertrek weer. ‘Nu mag ik achter de kassa,’ zegt Blue. Daar komt een jongen op de fiets. ‘Dag jongen,’ roept Lila. ‘Wil je het museum zien?’ ‘Ja leuk,’ zegt de jongen. Hij springt van zijn fiets. ‘Een kwartje,’ zegt Blue. De jongen geeft Blue een kwartje en gaat naar binnen. Een oud mannetje met een stokje komt langzaam voorbij lopen. ‘Dag oude man,’ zegt Blue. Lila stoot Blue in zijn zij. Oude man mag je niet zomaar zeggen. Maar de man vindt het niet erg. ‘Wilt u dit museum zien?’ vraagt Blue. ‘Nou leuk,’ zegt de man met een krakend stemmetje.

En zo wordt het steeds drukker in het museum. Zo druk, dat er niemand meer bij kan. Blue draait zich om en vraagt: ‘En… hoe vinden jullie het?’ Iedereen vindt het prachtig. Lila en Blue zijn trots en glunderen van plezier. ‘Kijk, daar komt mama,’ zegt Blue tegen Lila. ‘Zij wil vast ook ons museum bekijken.’ ‘Ja,’ zegt Blue, ‘dat vindt ze vast leuk.’ Moeder stopt voor het huis en parkeert haar auto. Met snelle passen komt zij naar het museum lopen. Verschrikt blijft ze stilstaan. ‘Wat krijgen we nou!’ roept ze. ‘We zijn een echt museum geworden,’ zegt Lila heel trots. Maar moeder is niet zo trots. ‘Wat doen al die vreemde mensen in mijn garage? Mijn deuren! En al mijn mooie spullen?’ roept ze. ‘Ze komen natuurlijk het museum bekijken,’ zeggen Lila en Blue in koor. Moeder stampt met haar voet op de grond. ‘Dit kan niet hoor! Alle mensen moeten weg en jullie ruimen alles op!’ roept ze met een rood hoofd van woede. Er valt een stilte in het museum. De mensen draaien zich om en kijken moeder aan. ‘Maar wij willen helemaal niet weg,’ zegt de oude man. ‘Nee, wij willen helemaal niet weg!’ roept al het bezoek. ‘Uit mijn garage!’ gilt moeder. Teleurgesteld kijken de mensen Lila en Blue aan. Lila wijst naar de deur en zegt: ‘Sorry hoor. Maar later als ik groot ben begin ik een echt museum. Dan mogen jullie allemaal gratis naar binnen.’ Al het bezoek verlaat beteuterd het museum. Daarna ruimen Lila en Blue alles op. Dan plukken ze een prachtige rode tulp uit de tuin voor moeder. Ze vinden het niet leuk dat ze zo kwaad was. Ook al zijn ze blij dat ze toch nog een muzeejum hebben gehad.

Post navigation

3 thoughts on “Muzeejum

  1. Ik had intertijd (al lang geleden ) een verhaal geschreven van Grootouders gezocht door Peter hebben jullie dat verhaal nog? Zou het aan m’n kleinkindjes willen vertellen.

Comments disabled.