Wolletje gaat op stap

In het bos had de zon zich vandaag nog niet laten zien. Het was donker en een beetje koud en de meeste dieren hadden zich teruggetrokken in hun warme holletjes. De lente was al begonnen, maar het was nog steeds naar, vervelend weer. Wolletje, het wasbeertje, zat onder een omgevallen boomstam en keek in het rond. “Ik verveel me”, dacht hij. Eigenlijk verveelde hij zich al dagen. Alle dieren waren druk bezig hun huizen op te knappen en schoon te maken of zelfs nieuwe huizen aan het bouwen en niemand had tijd voor hem.

Hij scharrelde maar zo’n beetje rond in z’n eentje en dat vond hij helemaal niet gezellig. “Ik wil wel eens iets beleven! Een echt avontuur! Maar als ik hier blijf gebeurt dat niet”, dacht Wolletje. En zo kwam het dat hij naar huis ging om z’n tas te pakken en het bos verliet. Het regende een beetje en het was nog steeds een grijze dag maar Wolletje had er ineens helemaal geen last meer van. Hij voelde spannende kriebels in zijn buik en daar werd hij zo vrolijk van dat hij zachtjes begon te zingen. Hij liep en hij liep. ” Goh, ik wist niet eens dat het bos waar ik woon zo groot was!”, dacht Wolletje.

Maar, tegen het eind van de middag, leek het er toch echt op dat er een einde kwam aan het bos. Wolletje zag een weiland met koeien en verderop een boerderij. Dat had hij wel eens eerder gezien. Niks bijzonders. Hij besloot richting de boerderij te lopen, dwars door het weiland. Hij wilde die zwart-witte beesten wel eens van dichtbij bekijken. Jeetje! Wat waren ze groot! Veel groter dan hij had gedacht!

“Eeh….. Dag mijnheer koe”, zei Wolletje. De koe keek verbaasd op. “Ik ben mevróuw koe!” zei ze een beetje beledigd. “Oh, neem me niet kwalijk. Dat wist ik niet” zei Wolletje. “Hoezo, dat wist ik niet. Alle koeien zijn ‘mevrouw’. Dat is toch logisch?”, zei de koe. “Eeh…. Ik geloof niet dat ik dat snap mevrouw koe. Zijn er dan geen meneer koeien?” “Jawel, maar dan heten ze mijnheer stier. Wist je dat niet?” “Nee dat wist ik echt niet.” Mevrouw koe schudde haar grote hoofd. “Nou jongen, dan moet je nog een hoop leren. Maar als je het niet erg vindt ga ik nu verder met grazen anders is de melk niet op tijd klaar.” Wolletje wilde eigenlijk nog iets vragen want hij begreep niet veel van wat mevrouw koe had gezegd. Waarom zijn alle koeien mevrouw en wat heeft gras eten met melk te maken? Maar de koe had zich al omgedraaid. Misschien dat hij er later nog eens antwoord op zou krijgen.

Wolletje liep verder naar de boerderij. Hij begon een beetje honger te krijgen en dorst had hij ook. Toen hij bij de schuur kwam zag hij dat de deur openstond. Misschien was er daar binnen wel iets te eten en te drinken. Voorzichtig liep Wolletje naar binnen. Wat rook het hier raar! Een beetje zoetig en dampig en het was er ook een beetje donker. Maar Wolletje was niet bang. Wasberen zijn heel nieuwsgierige diertjes en daar was Wolletje geen uitzondering op.

Opeens hoorde Wolletje een raar geluid. Tóóktok toktok tóók! Hij bleef stokstijf staan en tuurde in het schemerige licht van de schuur in de richting van het rare geluid. Er bewoog iets in het hoekje van de schuur. Iets wittigs en iets bruinigs. Wolletje liep voorzichtig een klein stukje verder de schuur in.

Tóók tok tok tóók! , hoorde hij weer en toen zag hij een paar witte en bruine beesten op twee pootjes met een snavel en een raar rood ding op hun hoofd. Eeeh, hallo daar!”zei Wolletje zachtjes. “Hé toktok tok, wie ben jij zeg?”zei zo’n wit beest geschrokken “. Ik ben Wolletje wasbeer en wie ben jij?” “Ik heet Snaveltje en ik ben een kip. Een kip! Daar had Wolletje nog nooit van gehoord. Hij bekeek de kip van alle kanten en de kip, op zijn beurt, bekeek Wolletje ook eens goed.

“Wat doen kippen?”, vroeg Wolletje. “Nou eeh, we pikken op de grond, we tokken en het belangrijkste is dat we eieren leggen.”, zei Snaveltje.
“Ooh! ,zei Wolletje, waar leggen jullie die eieren dan neer?” Want wasbeertjes zijn dol op eieren en Wolletje wilde graag weten waar hij ze kon vinden. Hij had eigenlijk heel erg honger, merkte hij nu ineens. Maar Snaveltje keek hem verbaasd aan. “We leggen onze eieren natuurlijk in ons hok! We leggen ze niet zomaar ergens neer!” Wolletje begreep er nog niet veel van. “Mag ik ze eens zien, die eieren?”, vroeg hij. Snaveltje keek Wolletje nog verbaasder aan. “Jij begrijpt er ook helemaal niets van hè? Die eieren worden ’s ochtends opgehaald door de boerin en dan leggen we pas de volgende dag wéér eieren.” “Ja maar, waar halen jullie die eieren dan vandáán? Weet de boerin dan niet waar de eieren liggen?” Nu begon Snaveltje heel hard te lachen. “Joh, suffie, wij maken die eieren zélf!” Nu was het de beurt aan Wolletje om heel verbaasd te kijken. ” Écht waar? ,riep hij uit. Wat knap!” Inmiddels waren de andere kippen er ook bij komen staan

“En wat doen wasbeertjes eigenlijk?”, vroeg een grote bruine kip. “Nou eeh….. eieren éten!”, zei Wolletje en toen moesten ze allemaal lachen.

Post navigation