De rode bus

20 Jaar lang, dag in, dag uit, reed hij dezelfde route, de grote rode bus. Nooit mankeerde hij wat, nou ja, soms een lekke band of soms een onderhoudsbeurtje, maar verder niks aan de hand . Zijn stoelen waren een beetje versleten, maar wat wil je 20 jaar mensen vervoeren, daar slijt je als bus gewoon van . Op een dag gebeurde er iets vreselijks met de bus, een grote botsing! De bus lag helemaal in elkaar, alles kapot !!

Hij werd weggesleept en naar de garage gebracht waar alle bussen heen gaan als ze stuk zijn . De monteurs van de busgarage keken eens heel goed naar de rode bus en zeiden “die gaan we niet meer maken dat ouwe ding, zet maar buiten !’ En daar stond de bus dan, buiten in de kou, stuk en verdrietig. Als de bus kon praten dan had hij vast gezegd; ‘heb ik me daar voor uitgesloofd? Wat een ondankbaarheid!’

Een week later, het was op een maandag, liepen Jasper en zijn vader langs de busgarage en Jasper zei; ‘kijk pap, die bus heeft vast een ongeluk gehad.’ Jaspers vader keek naar de oude rode bus en zei ‘hé, zo’n bus heb ik nou altijd willen hebben, zal ik eens vragen of hij nog gemaakt gaat worden? Want als ze hem niet meer willen hebben dan wil ik hem wel!’ ‘Misschien mag ik hem wel kopen,’ zei de vader van Jasper. ‘Kom we gaan even naar binnen om het te vragen.’ Dat vond Jasper een goed idee en liep met zijn vader de garage binnen, maar toen zijn vader aan de monteurs vroeg of hij de bus mocht kopen, lachte alle monteurs hem uit . ‘Aan dat wrak heb je niks, neem hem maar mee. We zullen blij zijn als we van dat lelijke ding af zijn,’ zeiden de domme monteurs .

De vader van Jasper liet de oude bus naar zijn eigen garage slepen . En de volgende dag ging hij aan de slag, er was veel te doen en Jasper mocht natuurlijk meehelpen . Eerst werden de oude stoelen uit de bus gehaald en de vader van Jasper maakte ze een voor een heel. Jasper mocht ze schoonmaken, daarna gaven ze de binnenkant van de bus een flinke schoonmaakbeurt en toen dat gebeurd was konden de stoelen er weer in . Jaspers vader ging een week later de bus uitdeuken en opnieuw verven. De bus werd gewoon weer rood want dat stond hem het best. Toen de verf droog was poetste Jasper en zijn vader de bus helemaal op en na een paar uur flink poetsen zag de bus er weer als nieuw uit !

Nu was het grote moment gekomen…zou de bus het ook doen, zou hij kunnen rijden? Jaspers vader nam plaats achter het stuur en startte de motor . Pruttel, proest, pfoeff en er kwam een flinke rookpluim uit de uitlaat van de bus. Jaspers vader startte de motor opnieuw en nu deed hij het! ‘Kom Jasper, we gaan een stukkie rijden.’

En daar gingen ze hoor, door de straat, en alle kinderen van de straat zwaaide naar de bus. ‘Weet je wat, vraag maar of ze mee willen met onze mooie bus,’ zei vader. Nou en dat wilde de kinderen natuurlijk wel en zo kwam het dat elke woensdag om half 2 alle kinderen van de Kosterstraat met de rode bus meegingen. En dan gingen ze niet alleen maar een stukje rijden, nee, soms gingen ze naar het strand of naar het bos of zelfs welen naar een speeltuin.

En zo werd de oude rode bus …een rode feestbus !

Post navigation