Het huisje in het bos

Er was eens een klein jongentje, hij heette Joep.
Hij woonde aan de rand van het bos.
Op een dag ging Joep in het bos spelen.
Mama zei: ‘ Blijf in de buurt en kom voor het donker weer thuis!’
‘Oke, dag mam’, zei Joep.

Joep zag een goede vriend van school.
‘He Pim, wat doe jij hier?’, vroep Joep.
‘O ik ben aan het spelen.’
‘Ja ik ook, zullen we een spelletje doen?’, vroeg Joep.
‘Ja verstoppertje, jij moet beginnen met zoeken’, zei Pim.
Joep begon te tellen: ‘1…2…3….4….5….6….7…8…9…10….ik kom!’

Pim had zich heel goed verstopt, Joep kon hem niet vinden.
Joep werd een beetje bang en dacht aan wat mama had gezegd.
O jee, dacht hij, ik ben al ver van huis en het wordt al bijna donker.
Toen zag Joep ineens een mooi klein huisje.
Hij werd heel nieuwsgierig en ging stiekem binnen in het huisje kijken.

Maar daar hoorde hij een raar geluid.
Hij dacht dat het uit een kast kwam.
Zachtjes maakte hij de kast open.
Daar zat Pim….
‘He , ik heb je wel heel lang moeten zoeken’, zei Joep,’en het is ook al donker…., mama zal heel boos zijn.’

Ze renden snel naar huis. Mama was ongerust.
‘Waar komen jullie zo laat vandaan?’,vroeg mama.
‘We waren verdwaald’,zeiden Joep en Pim tegelijk.
‘Dat is niet zo mooi’ zei mama, ‘Pim ga naar huis, en Joep jij mag voor straf een week niet meer in het bos komen!’.

Joep beloofde om nooit meer zo ver weg te gaan.
Dat vond mama wel fijn.

Post navigation