Koning Kabbelmeer

Weet jij hoe het komt dat het water in de zee in de winter koud is en in de zomer warm? Het is niet wat je denkt. Je denkt natuurlijk dat het komt omdat het in de winter koud is en in de zomer de zon schijnt die het water warm maakt. Nee, het is heel wat anders. Eigenlijk is het een groot geheim dus je mag het niet doorvertellen. Ergens op deze aardbol ligt een klein landje. Heel stiekem.
Lees verder

Het kabouterorkest

Het is feest in het bos. Kabouter Grijs is jarig. Hij wordt heel oud, wel honderd jaar.

De kabouters werken heel hard. Kabouter Smikkel bakt een taart. Met heel veel slagroom. Kabouter Slinger versiert de kamer. Er hangen rode, blauwe en groene slingers. Kabouter Lucht blaast de ballonnen op. Het feest kan bijna beginnen.

Maar de kabouters hebben nog geen cadeautje. Ze willen allemaal iets anders geven. Kabouter Wip zegt: ‘Een step, dat vind ik leuk. ‘Nee, daar is kabouter … Lees verder

De dansende Sneeuwman – Jin’s droom

Jin ligt heerlijk te slapen . Alleen zijn haren steken boven het dekbed uit. Op het dekbed staan tekeningen van een sneeuwman. Jin is dol op sneeuw. Hij droomt ook van sneeuw.

Hij maakt een grote sneeuwman. Papa helpt hem. Ze rollen een hele grote bal, voor de buik van de sneeuwman. En een kleinere bal voor het hoofd. Papa zet het hoofd bovenop de buik. Hij zegt tegen Jin: ‘Jij mag hem afmaken. Ik heb het koud. Ik ga … Lees verder

Jordan in Miniland

Jordan was een zeeman. Hij had een mooi schip waarmee hij verre reizen maakte. Op een dag zag hij een onbekende kust. Maar toe hij er heen voer, zonk het schip en werd hij op het strand gesmeten. Zonder het te weten was Jordan in Miniland terechtgekomen.

Terwijl Jordan sliep, bonden de Minimensjes hem vast. Wat keek hij verbaasd toen hij wakker werd! Overal om hem heen krioelden de dwergen. Ze waren druk in de weer met spijkers, hamers hout … Lees verder

Moeder zon

‘Kom kom’, zegt moeder Zon, ‘jullie mogen naar beneden gaan. Goed je best doen hoor, dan ga ik kijken wie er het verst komt’. De kleine zonnestraaltjes werden helemaal blij. Ze bedachten dat ze een wedstrijd zouden houden. De zonnestraaltjes tuimelden naar beneden. Dat was fijn! Ze mochten een hele dag spelen en zorgen dat de kindjes op de aarde een lekker warm zonnetje voelden. Moeder Zon zwaaide haar kleine zonnestraaltjes uit.

Het werd een echte lentedag. De zonnestraaltjes deden … Lees verder

Het arme kleermakertje

Er was eens een kleermakertje die erg arm was. Hij werkte van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Soms was hij zo moe dat hij de draad niet meer in de naald kon krijgen. Maar hoe hard hij ook werkte, het hielp niets. Weet je hoe dat kwam? De pakken die hij maakte waren ouderwets, zijn schaar was bot en zijn strijkijzer was verroest.

Op een keer toen het kleermakertje nog laat aan het werk was, sprong er opeens … Lees verder

Het sprookje van de zon en de maan

‘Laten we het werk eerlijk verdelen,’ zei de maan. ‘Hoe wil je dat doen?’ vroeg de zon. ‘Nou, als jij nu alleen overdag schijnt en ik alleen als het nacht is. Dan krijgen we nooit ruzie.’ ‘Mij best,’ zei de zon. En ze hielden zich allebei aan hun afspraak. Keurig op tijd losten ze elkaar af. Als de zon ging slapen, dan kwam de maan op. En als de maan zijn werk had gedaan, dan begon de zon te schijnen.
Lees verder

Hoe het Prinsesje een Prinsje werd

Heel lang geleden was er eens een klein meisje. Niet zomaar een meisje hoor. Een prinsesje en ze woonde op het paleis. Haar vader was koning en haar moeder was koningin. In het paleis was alles heel deftig. En de koning en de koningin droegen iedere dag hele deftige kleren. Dat hoorde nu eenmaal zo. Ook het prinsesje moest iedere dag deftige kleren aan. Jurken met veel strikken en kant. Heel mooi hoor, maar het prinsesje vond er niets aan.
Lees verder

De buurman

Janus en Remco zitten in de speeltuin. Zo kunnen ze hun eigen huis zien. Maar daar kijken ze niet naar. Ze hebben pas een andere buurman gekregen. Die man zit de hele dag voor het raam.

Hij is aan het schrijven. Soms praat hij tegen iemand. Janus en Remco kunnen niet zien tegen wie. Het is raar, hoor. Ze zien veel kinderen naar binnen gaan. Maar ze komen niet meer naar buiten. ‘Het huis moet propvol zitten,’ zegt Remco. Hij … Lees verder

Bolleke

Janus vindt het leuk om bij tante Trees te logeren. Hij mag dan een uurtje later naar bed. En ze eten alleen dingen die Janus lekker vindt.

Nu zit hij met zijn pyjama aan op de bank. Eerst moet hij zijn melk opdrinken. Daarna hoeft hij pas naar bed. De kat van tante Trees zit op de grond. Hij wast zijn staart. ‘Ik kan met hem praten,’ zegt tante Trees. Janus begint te lachen. ‘U kunt hem niet verstaan,’ zegt … Lees verder

Posts navigation