Op een blaadje kruipt een lieveheersbeestje. Hij is verdrietig.
Hij ziet er anders uit dan de andere lieveheersbeestjes.
Hij is helemaal rood. Hij heeft geen stippen.
Het lieveheersbeestje wil spelen met een vriendje dat er precies hetzelfde uit ziet.
Het lieveheersbeestje zoekt overal.
Op het blad. Onder het blad. Op de struik.
Maar alle lieveheersbeestjes hebben stippen.
‘Wil jij met mij spelen?’ vraagt hij dan maar aan een lieveheersbeestje met 3 stippen.
‘Nee , ik speel alleen met andere stipjes,’ … Lees verder