Bengeltje

Bingel, bangel, bengeltje,
jij bent heus geen engeltje.

Jij bent heus geen schattebout,
daarvoor ben je veel te stout.

Ben je dan geen engeltje,
ben je dan geen schattebout.

Ik ben wel jouw grote broer,
die omdat je zo’n bengel bent,
juist zo heel veel van je houdt.

Lees verder

Japie en Knabbelaar uit Lindewiek

Ik heb een leuke geit gekocht van boer Bartjes, hier schuin tegenover, die loopt nu onder de perenbomen en zorgt ervoor dat het gras niet al te lang wordt. Als ik naar buiten ga, komt hij me goedendag wensen en knabbelt hij gaatjes in mijn rok. Hij kan het maar niet laten, dus noem ik hem ‘Knabbelaar’.

En Knabbelaar kan praten. Echt waar. Heb je wel eens gehoord van een pratende geit? Nou ik heb er een. Hij heeft heel … Lees verder

Op bezoek in Lindewiek

Ik had mijn tante Henriette al een paar maandjes niet gezien, dus het werd weer eens tijd om haar op te zoeken. Misschien dat ik weer een aardig verhaal te horen zou krijgen.

En zo reisde ik met het boemeltreintje naar Lindewiek. Een uurtje later stapte ik uit op het gezellige stationnetje en liep naar de Merellaan waar tante woont. Nou, dat werd een hartelijke ontvangst. Ik ben haar lievelingsnicht moet je weten en dat is niet gek hè? Dan … Lees verder

Boris en Katinka – Ziekenmoeders

Katinka en Boris spelen met de trein. Plotseling begint Boris te huilen.
‘Zit jij Boris te plagen?’ vraagt mama.
‘Nee,’ zegt Katinka.
‘Heb je dan iets afgepakt?’
‘Nee!’
‘Waarom huilt Boris dan?’ vraagt mama.
‘Ik denk dat Boris ziek is,’ zegt Katinka.
‘Echt waar?’ schrikt mama. Ze neemt Boris op schoot. Hij voelt warm.
Katinka heeft gelijk. Boris is ziek! En als je ziek bent, ben je te moe om te spelen. Dan moet je steeds huilen.
Mama brengt Boris … Lees verder

Eske en Irmgard gaan weer naar huis

Als Eske wakker wordt voelt ze zich nog steeds niet fijn. Ze kijkt naar Irmgard. Zij is ook al wakker. Eske ziet dat ze huilt. ‘Zullen we naar huis gaan? Ik mis Paul en zijn gepest,’ vertelt Irmgard. ‘Ik dacht dat jij geen heimwee had,’ zegt Eske. Ze is blij dat Irmgard ook naar huis wil. Misschien is het in Snoepjesstad wel te leuk.

Ze nemen afscheid van alle kinderen en de juf. Ze vertrekken uit Snoepjesstad. Ze lopen naar … Lees verder

In Snoepjesstad moet je niets

De volgende morgen. Eske en Irmgard worden naast elkaar wakker. ‘Heb jij ook zo lekker geslapen?’ vraagt Eske. ‘Ja, heerlijk,’ zegt Irmgard. ‘Geen geplaag en geroep.’

Van alle kanten klinkt ‘Hoi’ en ‘Goedemorgen’. ‘Wie wil er kokosbrood?’ vraagt Jeroen. Hij krijgt geen antwoord.

De Juf komt eraan, ze vraagt met een lieve stem: ‘Komen jullie vandaag naar school, of hebben jullie andere plannen?’ De kinderen beloven dat ze er over na zullen denken. Als ze zin hebben, ziet de juf … Lees verder

Eske en Irmgard in Snoepjesstad

Vlakbij het huis van Eske is een bushalte. Het is een toverbushalte. De bus gaat alleen naar Snoepjesstad. Volwassenen kunnen de halte niet zien. Alleen kinderen. Ze moeten op een bel drukken. Dan komt de bus. Hij rijdt niet naar Snoepjesstad, nee, hij is er in een flits.

Eske en Irmgard hebben ’s morgens heel vroeg bij de bushalte afgesproken. Als iedereen nog slaapt. Nu is het zover. Ze gaan vertrekken. Eske drukt op de bel. Irmgard vindt het heel … Lees verder

Paardrijden in Snoepjesstad

De volgende morgen denkt Eske niet meer aan het vervelende gevoel. Ze gaan paardrijden.

Eske wil al heel lang op paardrijles. Het mag nooit, want haar moeder vindt het veel te duur. Irmgard heeft wel les. Ze kan het al heel goed. Irmgard zoekt voor Eske een rustig klein paard uit. Hij is heel lief. Alleen het erop komen is een beetje moeilijk. Jeroen geeft een zadel aan Eske en dan gaat het beter. Ze zet een voet in de … Lees verder

Irmgard wil ook naar Snoepjesstad

Irmgard heeft rood haar. Ze is net een stoplicht.
He, spring eens op groen, dan kan ik doorrijden. Irmgard kan haar broer wel iets doen. Altijd is hij haar aan het pesten. Hij doet het stiekem, net als papa en mama iets anders aan het doen zijn. Ze kan niet tegen hem op. Hij is vijf jaar ouder en veel sterker.

‘Als je niet op houdt met pesten, zeg ik het tegen Papa,’ zegt Irmgard. Paul, zo heet haar broer, … Lees verder

Kennen jullie Snoepjesstad?

Ben je wel eens boos op je papa of mama?
Boos, omdat je nooit iets mag?
Geen snoepje of koekje vlak voor het eten.
In de winter niet zonder jas naar buiten.
Moet je ook altijd op tijd naar bed?
Zeggen ze: ‘Ja, je mag niet kletsen op school, als je vertelt dat je straf kreeg?’
Krijg je daar echt genoeg van?

Zeg je wel eens: ‘ik ga ergens anders wonen? Ik wil zelf weten wat ik doe’.
Dan weet … Lees verder

Posts navigation