Diederik en Maartje zijn aan het knikkeren.
Ze hebben hele mooie knikkers. Rode en blauwe en groene.
Ze proberen de knikkers in het potje te rollen.
Dat is heel moeilijk, maar soms lukt het.
Maartje is heel goed in knikkeren. Ze wint steeds.
Dat vindt Diederik niet leuk. Diederik verveelt zich.
Dan verstopt Diederik zich achter een boom.
Uit zijn zak haalt hij twee blauwe knikkers.
Hij stopt ze in zijn neus. De knikkers passen precies.
Diederik loopt naar Maartje, … Lees verder