Daantje zou naar school toe gaan

Daantje zou naar school toe gaan,
maar hij bleef voortdurend staan.
Hier te kijken, daar te turen.
En het zou niet lang meer duren
of de klok zou 9 slaan.
Jongen jongen stap toch aan.

Daantje bleef te lang op straat.
Daantje kwam op school te laat.
Daarom moest hij s middags blijven,
en een hele lei vol schrijven.
Anderen speelden, Daantje niet.
Jongen jongen wat verdriet

Lees verder

Diederik heeft knikkers in zijn neus

Diederik en Maartje zijn aan het knikkeren.
Ze hebben hele mooie knikkers. Rode en blauwe en groene.
Ze proberen de knikkers in het potje te rollen.
Dat is heel moeilijk, maar soms lukt het.
Maartje is heel goed in knikkeren. Ze wint steeds.
Dat vindt Diederik niet leuk. Diederik verveelt zich.

Dan verstopt Diederik zich achter een boom.
Uit zijn zak haalt hij twee blauwe knikkers.
Hij stopt ze in zijn neus. De knikkers passen precies.
Diederik loopt naar Maartje, … Lees verder

Klein Kleutertje

Een heel klein kleutertje van drie jaar oud.
Die liep eens van zijn moeder weg, maar dat was stout.

Hij nam een grote appel mee, en ook een stukje brood.
Hij zei ik ga de wereld in, ik ben al groot.

Maar toen kwam daar meneer agent, die zei wat doe je hier.
Ik breng je naar je moeder terug, met veel plezier.

Lees verder

Twee aardige poesjes

Wij hebben twee aardige poesjes,
met pootjes zo zacht als fluweel.
De ene die noemen we Bobbie,
de andere dikzak heet Neel.

Laatst waren ze nergens te vinden,
toen zijn we aan het zoeken gegaan.
We zochten in alle hoeken,
waar kwamen ze denk je vandaan?

Neeltje die lag in de turfmand,
en Bob lag bij popje in bed.
We namen ze gauw mee naar binnen,
en rolden haast om van de pret.

Lees verder

Rode Appels

Zie de rode appels hangen,
aan een boompje tussen het groen.
Mocht ik er maar eentje vangen,
of een enkel wensje doen.

Maar de appels bleven hangen,
naar beneden kwam geen één.
Ze lachten met hun rode wangen,
door de groene bladeren heen.

Toen is Jan de Wind gekomen,
heeft gewaaid voor het lieve kind.
Schudde de appels van de bomen,
dank u wel Meneer de Wind.

Lees verder

Oma breit een trui

Oma breit een trui.
Een mooie trui voor Marloes.
Marloes mag zelf uitkiezen welke kleuren ze wil.
Ze kiest rood, blauw en geel.
Dat vindt Marloes mooie kleuren.
Vooral blauw, want dat is de lievelingskleur van Marloes.
Oma koopt van iedere kleur wel 3 bollen wol.
Dat is genoeg voor een mooie trui.
Dan gaat oma beginnen.
Eerst pakt ze de breipennen.
Het lijken net dunne stokjes.
Oma maakt met de wol een beginnetje.
Zo kan ze beginnen met het … Lees verder

Jordan in Miniland

Jordan was een zeeman. Hij had een mooi schip waarmee hij verre reizen maakte. Op een dag zag hij een onbekende kust. Maar toe hij er heen voer, zonk het schip en werd hij op het strand gesmeten. Zonder het te weten was Jordan in Miniland terechtgekomen.

Terwijl Jordan sliep, bonden de Minimensjes hem vast. Wat keek hij verbaasd toen hij wakker werd! Overal om hem heen krioelden de dwergen. Ze waren druk in de weer met spijkers, hamers hout … Lees verder

Boris en Katinka – In de toren

Gaan jullie mee? vraagt mama. Waar gaan we naartoe? vraagt Katinka. Naar een toren, zegt mama. We mogen vandaag naar boven klimmen. Als ze buiten zijn wijst mama naar een kerk met twee hoge torens. Daar gaan we naar toe. Hoe moeten we dan naar boven? vraagt Katinka. Met een trap, zegt mama. Kan jij zelf de trap opklimmen? Ja, knikt Katinka. Dat kan ik wel.

In de kerk geven Katinka en Boris mama een hand. De kerk is heel … Lees verder

Droef de Hond is ziek

Droef is ziek.
Hij is niet lekker en hij heeft nergens zin in.
Hij wil alleen maar in zijn mand liggen.

Als het baasje Droef roept om mee naar buiten te gaan, staat Droef niet eens op.
Hij heeft helemaal geen zin om naar buiten te gaan.
Dat is niets voor Droef. Droef wil altijd graag naar buiten. Lekker spelen en rennen.
Maar nu niet. Nu is Droef ziek.
Droef denkt; laat mij maar lekker slapen. Ik ga mooi mijn … Lees verder

Posts navigation